Mensen zien eksters te zwart-wit
De eksters zijn al aan het nestelen. Ze overwinteren in Nederland en kunnen dus vroeg beginnen. Dat is handig, want ze maken veel werk van hun nest. Wekenlang zijn eksters bezig met de bouw van hun soms wel een meter grote constructie, liefst hoog in een boom, soms ook laag in een weerbarstige mei- of sleedoorn. Dagelijks zie ik eksters met takken vliegen.
Eksters horen, zoals alle kraaiachtigen, tot de intelligentste vogels. Intelligentie is een minder objectief vast te stellen eigenschap dan je zou denken. We vinden iemand die de moeilijkste sommen oplost intelligent, maar als die goochemerd zo in zijn som opgaat dat ie de melk laat aanbranden en hij pas opschrikt als zijn huis in vlammen opgaat, vinden we dat misschien minder intelligent.
Wij mensen vinden dieren intelligent als ze menselijke trekjes vertonen. Eksters vertonen die zeker. Ze herkennen zichzelf in een spiegel, ze bouwen ingewikkelde boomhutten, ze gooien stenen naar ongewenst bezoek en versieren hun kraamkamer met glinsterende voorwerpen. En ze zijn onvoorstelbaar scherp in het ontdekken van voedsel.
Als ik heimelijk een korstje brood, stukje kaas, schijfje aardappel of elleboogje macaroni in de tuin achterlaat, zitten er prompt eksters bij. Presenteer ik een stukje appel, een schelp of een klontje wit ijs, dan komt er geen ekster op af. Ze houden blijkbaar alles in de gaten, en zien en herkennen van verre de kleinste veranderingen.
Ik heb te doen met al die mensen die een hekel hebben aan eksters. Op vorige stukjes over eksters kreeg ik altijd reacties waarin eksters voor eierrovers en kuikenmoordenaars werden uitgemaakt. Mensen die eksters zo zwart-wit beoordelen, missen veel. Eksters zijn boefjes, maar leuke boefjes – hun kattenkwaad is zeer bezienswaardig. En ze zijn bovendien een van de mooiste vogels van Nederland, met hun zwart-witte kleed en de blauwe weerschijn op hun lange staart.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 7 feb. 2018)