Meelwormen voor mezen en merels

Meelwormen voor mezen en merels

Koolmees met meelworm. Foto Koos Dijksterhuis
Koolmees met meelworm. Foto Koos Dijksterhuis

Nu het zo koud is, hebben sommige bloemen en vogels het zwaar. Ik was er een week tussenuit, en toen ik vertrok stonden de look-zonder-loken en de pinksterbloemen in de tuin op springen. Toen ik terugkwam stonden ze dat nog steeds. En ze blijven in knop, ze komen maar niet uit. Zodra het warmer wordt, verwacht ik een bloemenzee en vervolgens de komst van oranjetipjes. Die gebruiken look-zonder-look en pinksterbloem als waardplant voor hun rupsen en leggen er hun eitjes op. Ze leggen slechts één eitje per plant en kunnen dus wel een bloemenzee gebruiken.

De koolmezen en merels zijn druk met voedselzoeken voor hun jongen. Ze hebben te kampen met voedselschaarste, want insecten gaan dood van de kou of verstoppen zich. Ik heb meelwormen neergelegd, op een tafeltje, omdat anders één van de 97 buurtkatten ze opeet. Een kat knaagt op meelwormen, met schuine kop en scheve bek.

Gedroogde meelwormen lijken me te hard voor mezen- en merelkuikens, en daarom heb ik ze een paar uur laten weken in een bakje water. Mijn kinderen deinzen terug voor het bakje, dat in de keuken staat. Ik leg op ontwapenende toon uit dat het eten van insecten in het algemeen en meelwormen in het bijzonder de toekomst heeft. Het is heel hip om meelwormen te eten!

Als nieuwsgierig natuurliefhebber en -schrijver voel ik me een beetje verplicht om te controleren hoeveel snavels de mezen en merels te voeden hebben. Maar tenzij dat nodig is voor een doordacht onderzoek, controleer ik liever geen nesten. Hoewel ik geen dier ooit iets aandoe, met uitzondering van genoemde meelwormen, weten de mezen en merels dat niet. Die willen mij niet bij hun nest.

(Natuurdagboek Trouw donderdag 28 april 2016)

DELEN
Reacties zijn gesloten.