Leve de placebo’s!
Als mensen zich beter voelen door zich te laven aan lijf en leden bevorderende extracten, moeten ze dat vooral doen. De één wordt rijk door snoep te verkopen, de ander verdient aan voedingssupplementen, weerstandsverhogers, vitaminepillen, homeopathische middelen. Zelf heb ik ook wel eens homeopathische korreltjes geslikt en vitaminepillen. Ik merkte er niets van, maar mijn ruimdenkender vrienden zeiden dat ik niet wist hoe beroerd ik er anders aan toe was geweest. Voor sommigen zijn toevoegingen ongetwijfeld zinnig, en zelfs een homeopathisch flesje alcohol kan heilzaam zijn, als iemand met een witte jas er een medisch ogend etiketje op plakt. En baten ze niet, dan schaden ze niet, die alternatieve middelen. Tenzij het neushoorn, tijgersnor, haaienkraakbeen, emoehuid, olifantstand, walvispenis, berenklauw of stierenbloed betreft. Of ginseng, want volgens het Worldwatch Institute is ginseng binnen enkele decennia uitgestorven. Voor oude ginseng (een soort gemberwortel) wordt tienduizenden euro’s per kilo neergeteld. Maar zolang ze medische behandeling niet hinderen, heeft niemand last van die middelen. Dat de heilzame werking ervan niet bewezen is, maakt de moderne mens niets uit. Zolang die maar het idee heeft dat ze heilzaam zouden kunnen zijn, dan wil ie ze. En dan voelt ie zich nog beter ook. Want supplementen werken! Net als een kusje op een blauwe plek, een schouder om uit te huilen, een gebed en om het even welk placebo. Kort geleden bleek uit onderzoek dat placebo’s zelfs werken als de patiënt weet dat het placebo’s zijn. De bemoeienis van een dokter, de gang naar de apotheek, het potje met Latijnse naam op het etiket strekken allemaal tot heil en zegen. Leve de nepmedicijnen!