Krielkippetje op de akker
Als Zomergast wou schrijver Pieter Waterdrinker zoveel vertellen dat hij steeds zijwegen insloeg en van de hak op de tak sprong. Janine Abbring probeerde hem aan de lijn te houden.
Eén van ’s mans zijwegen leidde naar het neergestorte vliegtuig MH17. Op de achtergrond van een sprekende verslaggever lag een vleugel in een Oekraïense akker. Op de achtergrond van het gepraat hoorde ik ineens duidelijk de pittige drieklank ‘tip, te dip’, ook wel ‘flik me dit’ genoemd, van een kwartel.
Kwartels zijn vogels die zich verstoppen in de uitgestrekte anonimiteit van hooilanden en akkers. Ze zien eruit als miniversies van vrouwtjespatrijzen, als kabouterkrielkippen. Omdat ze zo verborgen leven, houden ze contact door te roepen: ‘dit ben ik’. Kwartels hebben uitstekende oren.
In Nederland hebben we kwartels grotendeels weggejaagd, maar Oekraïne is geen lid van de Europese Unie en heeft nog geen kans gezien het sinds de Sovjettijd verwilderde platteland met subsidie te steriliseren. Kwartels doen het er goed. Er hoeft ’s zomers op een Oekraïense akker maar een camera te filmen, of er staat een kwartel op de geluidsband. Veel hebben kwartels trouwens niet nodig; ze eten van alles.
Ik heb een paar keer een glimp gezien van een kwartel, altijd tijdens een korte vlucht over het gewas, zoals op de foto. Veel vaker heb ik ze gehoord. Ook in Nederland, maar daar hoorde ik ze uitsluitend in natuurreservaten of in Oost-Groningse akkers die met liefde voor de natuur werden bewerkt. En op trek laten ze zich soms op de raarste plekken horen, ’s nachts, als ze overvliegen. Niet onder dekking van het gewas, maar van de duisternis klinkt dan hun ‘tip, te dip’. In april en mei, als ze uit het zuiden aankomen, en in augustus en september, als ze naar het zuiden vertrekken.
De kwartel zou een mooi zijpaadje voor Waterdrinker zijn geweest, maar hij hoorde de vogel niet.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 30 aug. 2018)