Kerstboom
De kerstboom inspireerde afgelopen dagen drie columnisten in Trouw. Ook ik moet eraan geloven. Ik vind het niet erg om een kerstboom te moeten optuigen, maar als ik geen kinderen had, zou ik er niet aan beginnen. De vorige twee winters konden we het wegens uithuizigheid zonder boom stellen, maar dit jaar blijven we thuis.
In de binnenstad kwam ik een kennis van vroeger tegen. Ze deed kerstinkopen en zocht versierselen. Dit jaar blijken wit, blauw en grijs de kleuren te zijn, waarin wij onze kerstbomen, kersttakken en kerststukjes moeten versieren.
Kerstversiering is aan mode onderhevig. Ik bewaar de lampjes, ballen en slingers en gebruik ze mijn hele leven. Althans: iedere winter twee weken. De kinderen maakt dat niets uit. Die vinden het juist leuk als ze de oude bekenden terugzien. Waarom zou je elk jaar nieuwe kitsch kopen?
De aanschaf van een kerstboom blijkt lastiger dan gedacht. Kerstbomen 12,50, zie ik. Maar als ik er een aanwijs, blijkt ie 25 te kosten. 25 euro voor een kerstboom? Ben d’r belatafeld! Op iedere boom kleeft een stickertje. De stickertjes hebben verschillende kleuren. De gele kosten 12,50, de rest is duurder. Elke kleur een andere prijs. Ik vind twee gele stickers, op magere, kromgegroeide boompjes.
Er zijn verschillende kerstboomrassen, het ene nog chiquer dan het andere.
Terwijl ik rondneus, hoor ik een andere klant zeggen dat hij een Nordmann wil. Dat blijkt een ingeburgerd bomenras. De winkelende kennis van hierboven kocht ook een Nordmann, liet ze desgevraagd weten. Ze moest er zelf om lachen, want het bleef toch gewoon een denneboom.
Ik knorde instemmend. Het had vast heel betweterig geklonken als ik had verklapt dat kerstbomen geen dennebomen zijn.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 19 dec. 2014)