Johannes de kever

Johannes de kever

Rozenkever. Foto Koos Dijksterhuis
Rozenkever. Foto Koos Dijksterhuis

Op het zandigste strand leven kevers, tot in de waterlijn aan toe. Toch zijn de meeste kevers die aan de kust worden gevonden daar waarschijnlijk niet uit vrije wil. Ze worden erheen geblazen. Soms krioelt de vloedlijn van lieveheersbeestjes. Ook coloradokevers en rozenkevers belanden soms massaal aan zee.

Op een heerlijke zomerdag in juni fiets ik met twaalf Trouwlezers rond over Schiermonnikoog. Op de oude steiger, waar tot 1962 de vroegere veerboot afmeerde en die nog steeds een paar honderd meter de Waddenzee insteekt, kijken we over het wad. Bergeenden, steenlopers, bontbekplevieren en bonte strandlopers schuimen het wad af. In de slenk waardoor de jachthaven leegloopt waden vijf lepelaars.

Aan de zuidelijke horizon trillen de drie sluizen van Lauwersoog boven het glinsterende wad. Vanuit het Rif, de weidse zuidwestpunt van het eiland, komt een stipje aangevlogen. Vlakbij wordt het groter, al blijft het klein. Het is een kever. Hij neemt plaats op de hand van ondergetekende, vouwt zijn vleugels op, klapt zijn schilden in en maakt het zich gemakkelijk.

Het is een rozenkever, ook johanneskever genoemd. Een kever die rozenblaadjes eet en die eitjes afzet onder grasmatten, op één à twee decimeter diepte. Net als de larven van mei- en junikevers knabbelen rozenkeverlarven aan graswortels. In mijn tuin zou ik dat toejuichen, omdat het maaiwerk scheelt, maar greenkeepers en veehouders houden er niet van. Ze worden biologisch bestreden met aaltjes en chemisch met insecticiden.

Deze rozenkever is in z’n eentje. Als hij uit Groningen of Friesland komt, heeft hij tegen de wind in het wad gekruist. De noordooster waait niet hard, maar hard genoeg om ons fietstempo te drukken. Eerder is deze rozenkever afkomstig van het eiland, waar hij het wad op is gewaaid. Gelukkig wist ie nog net de oude steiger te bereiken. Hij mag mee terugfietsen naar de dijk.

Met een zwerm kevers op het strand lukt dat niet, maar één kever op de hand schept algauw een band. Ik noem hem Johannes.

(Natuurdagboek Trouw maandag 18 juni ’18)

DELEN
Reacties zijn gesloten.