Haantjes op de munt
Ruim een halve centimeter is het mannetje, bijna een hele centimeter het vrouwtje. Bij kevers zijn de vrouwen meestal een stuk groter dan de mannen. Dan hebben ze tenminste genoeg buik om eitjes te vormen, en om eitjes gaat het. De mannetjes zijn er alleen om die eitjes te bevruchten, zaaddonor is hun enige functie. Die vervullen ze met verve – kevers zijn lustige insecten. De mannetjes zijn echte haantjes. De vrouwtjes trouwens ook. In dit geval munthaantjes.
Haantjes zijn kleine, bolle kevers die van planten leven. Leliehaantjes eten lelies, elzenhaantjes elzen, en wat denkt u dat munthaantjes eten… juist. Wie informatie zoekt over haantjes komt op internet terecht tussen advertenties van spuitbussen. Ik snap best dat je leliehaantjes vermorzelt als ze je lelies opvreten. Maar vergif is niks voor mij.
Maar goed, wie blauwe munthaantjes in zijn tuin heeft, moet hetzij accepteren dat de muntplanten opgegeten worden, hetzij de kevers bestrijden. Want een munthaantje is nooit alleen. Het zijn sociale wezens en ze kunnen in groten getale de munt bevolken. Pas sinds een jaar of 25 zijn ze talrijk in ons land. Ze kwamen uit het zuiden, zoals veel immigranten. Bestrijding kan door muntbladeren van onderen te inspecteren op kevers, en vooral op eitjes en larven. Die verwijdere men met duim en wijsvinger, om ze bijvoorbeeld op de voedertafel aan zangvogels te serveren.
Zoals voor veel ongemakken geldt, is acceptatie ook een effectieve optie. Wie zijn verlies van muntplanten accepteert, kan genieten van de intense glans van de blauw, soms groen glanzende kevers. Als muntgoudhaantjes kopergroen met koperrood zijn, betreft het trouwens waarschijnlijk de sterk verwante groene munthaantjes. Blauwe en groene munthaantjes wisselen onderling wel eens lichaamsvochten die genetisch materiaal bevatten uit, maar of hun nakomelingen blauw, groen dan wel turkoois zijn, weet ik niet.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 26 oktober ’18)