Goudwesp zoekt nest

Zo opvallend van kleur, zo onopvallend van formaat zijn ze. Goudwespen zijn turquoise en oranje met een metalen glans. Prachtige beestjes die ik (graag) in de tuin zie. Ze zijn klein en beweeglijk en je moet erop letten om ze te zien (zou dit een uitspraak van Cruijff geweest zijn?).
Om goudwespen in je tuin te krijgen moet je andere wespen en bijen hebben. Goudwespen droppen hun eitjes in de nesten van die bijen en wespen en hangen vaak rond bij bijenhotels. Hun eitjes komen snel uit en hun larven eten de eitjes en larven van de geparasiteerde soorten op, en bovendien de voedselvoorraad van hun slachtoffers. Die hebben er zelf toch niks meer aan.
Hoogstwaarschijnlijk heb ik de gewone goudwesp in mijn tuin (en op de foto). Die heeft een voorkeur voor metselbijen en in het insectenhotel dat ik vorig jaar voor mijn verjaardag kreeg nestelen onder meer rosse metselbijen. Die zullen vast de Sjaak zijn. Nu zijn rosse metselbijen veel algemener dan goudwespen, dus à la.
Ik woonde twaalf jaar geleden een jaar in Haren. Daar had ik een tuintafeltje met onder het tafelblad een stuk of wat gaten waarin verzonken schroeven aan het oog waren onttrokken. Maar niet aan het timmermansoog van rosse metselbijen. Die maakten van elk schroefgat een nestje dat ze keurig dichtmetselden. In de herfst verhuisde ik naar Groningen, het tafeltje ging mee en in de lente kwamen er in de nieuwe tuin nieuwe rosse metselbijen tevoorschijn.
Er zijn meer holletjes te vinden in mijn tuin: dode plantenstengels, verdekt opgestelde omgekeerde bloempotten, een rottende stronk met door kevers of wespen gegraven holen, een dode boom met door ondertekende geboorde gaten; genoeg plaats voor metsel- en andere bijen. En dus voor goudwespen.
In de tuin zie ik (wilde) bijen en wespen muur en grond afzoeken naar onbewoonde gaatjes, en goud- en sluipwespen die muur en grond afzoeken naar bewoonde gaatjes.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 6 juli ’22)