Bomen snoeien gebeurt meestal in de winter en ik dacht dat dat moest omdat de sapstroom anders voor niets door der bomen aderen vloeit. Tot ik een ervaren bomensnoeier ontmoette die me bijbracht dat je beter in de zomer kunt snoeien, omdat een boom in winterslaap vatbaarder is voor schimmels die via de zaagwond binnendringen.

Weer wat geleerd, om met Dingeman te spreken.

Bomen beschermen zich tegen schimmels met bijvoorbeeld hars. Die kan oliehoudend zijn of giftig. Rode ceder uit Amerika is zo giftig, dat het hout ervan geliefd is in de duurzame bouw. Het is namelijk zonder bewerking al zo giftig, dat geen schimmel zich eraan waagt. Ooit woonde ik in een cederhouten huis. Pas later ontdekte ik dat er voor onze ecoplanken Canadese nevelwouden werden gesloopt.

Eén van onze giftigste bomen is de venijnboom Taxus baccata. Die conifeer draagt rozerode, lampionvormige besjes met een kratertje in de top. Ze smaken zoet, maar de zaadjes erin zijn dodelijk. Ook de naalden en het hout zijn giftig. De boom zit vol met onder meer taxol. Als een venijnboom een wond heeft, worden schimmels daardoor tegengehouden.

In Bionieuws stond afgelopen herfst (10 oktober) een artikel van Willy van Strien, dat sommige schimmels de boom juist met die verdediging helpen. Als een nieuwe tak de bast openduwt, groeien die schimmels de scheur in. Daar geven ze extra taxol af. Die schimmels leven in symbiose met de boom, in ruil krijgen ze water en voedingsstoffen.

Sommige biologen menen dat de schimmels hun taxol uit de boom halen. Anderen denken dat de schimmels het vergif zelf maken en dat de boom ooit dat kunstje van de schimmels heeft overgenomen.

(Natuurdagboek Trouw maandag 18 jan. 2016)