In Glimmen bij Haren ligt de Natuurtuin, het hoofdkwartier van het gelijknamige hoveniersbedrijf. Er zijn mensen met verstand van planten telen en mensen met verstand van planten doden. Beide kunnen hovenier en kweker zijn. In de Natuurtuin doen ze aan telen. De kwekerij ligt op een terrein waar de prieeltjes, paden, weiden en perken hebzucht opwekken: zo’n tuin wil ik ook! Prachtig is het. Het bospaadje wordt weliswaar omzoomd door zevenblad, die niet weg te krijgen rakker. Dat paadje kronkelt dan ook over voedselrijke grond, die van de weide is afgegraven. Onder die vruchtbare, bemeste aarde zat schrale, venige, vochtige grond waar binnen de kortste keren de eerste rietorchis opbloeide. Ook ratelaars vestigden zich, een handje geholpen als het zaad rijp in de dozen rammelde. Het is een kleur- en bloemrijk hooiland geworden, rond een vijver die leeft van de kikkers en waterjuffers. En wat een rietorchissen, tientallen rietorchissen. Het zijn gevlekte rietorchissen, een ondersoort van de gewone rietorchis, al worden die twee ook wel als aparte soorten beschouwd. Bij orchideeën is de grens tussen de soorten niet zo duidelijk. De gevlekte rietorchis staat te boek als zeldzamer dan de gewone. Ik vind vaker gevlekte dan gewone rietorchissen, maar misschien vallen me de gevlekte bladeren en bloemen me meer op dan de egaal groene bladeren en minder vlekkerige bloemen van de gewone. Dat paarse lijnenpatroon op een lichtroze achtergrond is echt iets voor de bloemen van de gevlekte rietorchis. Rietorchissen zijn de voor nitraten minst gevoelige orchideeën en zijn dan ook de algemeenste orchideeën van Nederland. Het zijn laatbloeiers, ze bloeien tot ver in juli.