Feestelijke vlinderbloemen
Rolklavers danken hun naam aan hun ronde peulen, lees ik op Wikipedia. Ik dacht altijd dat ze genoemd waren naar hun openrollende bloemen. Weer wat geleerd!
Rolklavers hebben echte vlinderbloemen, net als wikkes en lathyrussen, bonen en erwten, lupines en luzerne. En andere klavers natuurlijk. Vlinderbloemen hebben die karakteristieke vorm met twee opstaande vlaggen, twee zwaarden en een kiel daaronder. Rolklavers zijn zo geel als eierdooiers. Een feestelijk gezicht! En je ziet ze vaak genoeg. In moderne weilanden maken ze geen kans meer, maar op wegbermen kun je ze vinden. En langs paden, op slootranden, in grasveldjes en duinvalleien. Ze bloeien vanaf mei, de hele zomer door, tot in de herfst. Je kunt ze niet missen.
In duinvalleien kunnen ze tussen de orchideeën staan, tussen kruipwilgen, margroeten of klavers. In een bloemenwei zijn rolklavers onmisbaar voor vlinders. Icarusblauwtjes,dikkopjes en boswitjes zijn gek op de bloemen, en sommige nachtvlinders eveneens. Eén van die nachtvlinders vliegt overdag en is een wel heel fraaie verschijning: de zwart met vuurrode sint-jansvlinder. Ook de op daarop lijkende sint-jacobsvlinder strijkt op rolklaver neer, maar sint jan gebruikt de plantjes als kraamkamer voor haar rupsen. Ook hommels en bijen houden van rolklaver. Hommels en bijen lurken graag aan gele bloemen, hoewel ze andere kleuren evenmin schuwen. Al zijn rolklavers nog zo geel, ze zijn dat niet altijd. In het begin, als de vlaggen zich nog moeten uitrollen, zijn ze oranjerood. Ook al zo mooi.
Rolklaver lijkt op de eveneens algemene moerasrolklaver. De laatste heeft holle stengels, de gewone niet. Om dat te checken, moet je ze plukken. Maar mooier worden ze daar niet van. Daar niet van.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 4 juni 2015)