Eikenbloei

Het zal komende herfst vast geen goed mastjaar worden. Dankzij de vele rupsjes die de bomen kaalvreten, moeten die bomen opnieuw blad vormen, wat hen veel energie kost. En afgelopen herfst was het wel een goed mastjaar, en de productie van stuifmeel en vruchten kostte ook al energie. Ondanks het droge en aanvankelijk warme voorjaar zou ik daarom een mastarm jaar verwachten, zonder overvloed aan beukennootjes, zonder veel eikels.
Eikels zijn vette noten en ideale herfst- en winterkost voor gaaien, zwijnen, eekhoorns en nog veel meer dieren. Voor een eikenboom is het niet gunstig als al zijn eikels worden opgegeten. Daarom is het slim om een paar jaar weinig, en dan één keer ontzettend veel eikels te vormen. Dan kunnen de eikel-eters de overdaad niet aan. Voor beukennootjes geldt hetzelfde.
Eikenbomen denken niet zo strategisch, wat Peter Wohlleben ook moge beweren. Eiken bloeien tegelijkertijd en als ze niet door rupsen en voorgaande seizoenen uitgeput zijn, en als het stuifmeel niet verregent, kan er ineens een massa eikels gevormd worden.
In Nederland zijn wintereiken en zomereiken. Wintereiken hebben blaadjes op steeltjes en eikels op de tak. Zomereiken hebben eikels op steeltjes en blaadjes op de tak. Die zomereikels zijn ook wat groter dan wintereikels. Daarom werden zomereiken vroeger meer geplant, want varkens kregen eikels te eten. Op eiken groeit immers het beste spek?
Eiken voeden niet alleen met hun eikels allerlei dieren. Weinig bomen voeden en huisvesten zoveel dieren als de eik. Denk alleen al aan de vele galwespen en -mijten die van eiken leven! Deze lente zijn er opvallend veel aardappelgallen. Die zijn groter dan de bekende knikkers en ze zitten bovendien op takjes. En al die vlinders wier rupsjes de eiken kaalvreten, hebben hun leven natuurlijk ook aan eiken te danken.
De bloemen van eiken vallen niet op, maar zijn bij nader inzien best mooi.
(Natuurdagboek Trouw maandag 27 mei ’19)