Aalscholvers vissen achter het net

Het bericht haalde de kranten dat aalscholvers dood moeten, dat er te veel van zijn, dat ze de vis wegkapen waardoor vissers failliet gaan. Dit nepnieuws wordt om de paar jaar rondgebazuind. Zoals sommigen vossen de schuld geven van het verdwijnen van weidevogels, geven anderen aalscholvers de schuld van het verdwijnen van vis. Dat is gemakkelijk te roepen, terwijl het weerspreken ervan jaren onderzoek vergt. Dat onderzoek kun je vervolgens afdoen als ook maar een mening.
Tien geleden is het dieet van aalscholvers in kaart gebracht. Toen schreef ik er ook een natuurdagboek over. Dat is nog even actueel. Die vogels lusten elke vis, al levert een snoekbaars ze een vollere maag op dan een stekelbaarsje. Toch storten ze zich op stekelbaarsjes, waar die zich voor sluisdeuren verdringen. Aalscholvers eten wat de pot schaft. En stekelbaarsjes zijn handige hapjes voor hun kuikens.
Palingen en andere zoetwatervissen waren ten tijde van het onderzoek grotendeels uit het IJsselmeer gevangen, zelfs brasems moesten eraan geloven, en het was natuurlijk de aalscholver die de schuld kreeg. Ze hebben hun naam tegen. Als je die naam door elkaar husselt, krijg je schollevaar. Maar het door elkaar husselen van hun naam betekent niet dat ze plotseling schol gaan eten. Aal scholven ze ook bijna niet.
Aalscholverbraakballen bleken grotendeels te bestaan uit resten van pos. Pos is er genoeg. Voor vissers is pos ongewenste bijvangst. Vissers hebben haast net zo’n hekel aan pos als aan aalscholvers. Er is veel pos omdat vissers geen pos vangen en omdat alle roofvissen die pos eten wel worden gevangen. De enige die nog possen vangen, zijn aalscholvers. Aalscholvers vangen wat vissers overlaten. Aalscholvers vissen achter het net.
Aalscholvers helpen vissers dus eerder dan dat ze hen tegenwerken. Aalscholvers werden in de twintigste eeuw bijna door vissers uitgeroeid. Laat ze nu liever leven!
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 28 mei ‘19)