Een spinnetje, een wonder

Ik heb vaak genoeg een mug doodgeslagen, een vlieg, een fruitvlieg, een kakkerlak. Teken, vlooien en luizen knijp ik dood. Toch schiet dan altijd door me heen: ik dood een dier. Laatst kriebelde er iets in mijn hals. Ik krabde en zag een zwaar gewond spinnetje op mijn nagel. Het leefde nog maar de prognose was pessimistisch en gezien diens veronderstelde lijden heb ik het diertje daar maar uit verlost. Prompt moest ik denken aan A.L. Snijders.
‘Op dit moment weet ik niet hoe het zal lopen. Zal de hele wereldbevolking gevaccineerd worden? Zal het klimaat het redden? Zodra het me duidelijk is, maak ik het bekend.’ Dit schreef Snijders op 16 mei. Ruim drie weken later overleed hij. Snijders, eigenlijk Peter Müller geheten, schreef fraaie, zogenoemde zeer korte verhalen, die hij in tijdschriften publiceerde en naar een schare abonnees mailde. Sinds een jaar of tien belandden er meerdere per week in mijn postbus. Laatst deed een vriend van me Snijders’ recente boek Tat Tvam Asi cadeau, waarin een paar honderd van zijn zeer korte verhalen gebundeld zijn.
We mailden een paar keer over een zeer kort verhaal van hem, of over een natuurdagboek van mij. Hij nodigde me uit in zijn woning in Klein Dochteren, om door het raam naar de spechten te kijken. Het is er niet van gekomen. Wel sprak ik hem eens op een borrel. Een aimabele man wiens twinkelende ogen aan de aandacht dreigden te ontsnappen vanwege zijn wenkbrauwen die ze als engelenvleugels overhuifden. Lubbers was er niets bij.
Snijders had oog voor de natuur en oog voor detail. Dat vind ik fijne eigenschappen. Een week voor het bovengenoemde citaat schreef hij:
‘Wat me laatst op een avond zo onbeschrijfelijk boeide was een superklein spinnetje dat aan mijn bureaulamp bengelde en ijverig bezig was een minuscuul webje te weven. Ik had het tussen duim en wijsvinger kunnen verpletteren, maar een wonder vernietigt men niet.’
(Natuurdagboek Trouw donderdag 9 december ’21)