Duinpaddestoel
Bij en in de dennenbossen in de duinen kunnen bijzondere paddestoelen opduiken. Paddestoelen die van niet-vervuilde, kalkrijke bodem houden en die via hun ondergrondse draden ruilhandel bedrijven met de haarwortels van dennen. Natuurbeheerders kappen die bossen nogal eens, want naaldbossen zijn aangeplant als houtakkers voor houthakkers: buitenlandse boomsoorten die in rechte rijen werden aangeplant en allemaal even oud en hoog waren.
Maar sommige van die houtplantages zijn al een eeuw oud. Er zijn bomen omgewaaid, open plekken gevuld met loofbomen, er vestigden zich kuifmezen en goudhaantjes, hier en daar zelfs dennenorchissen en een keur aan paddestoelen.
Daarom kunnen natuurbeheerders maar beter terughoudend zijn met het kappen van die bossen. Haal om duinvalleien open te houden liever de jonge wilgen, berken en lijsterbessen weg. Zolang het tenminste om de natuur te doen is. Als het om geld gaat, kunnen die oude bossen meer opleveren, terwijl het verwijderen van opschot eerder geld kost. Als ik lees dat het openmaken van duinvalleien “kostenneutraal” geschiedt, dan weet ik: er gaat oud naaldbos tegen de vlakte.
Op de foto glanst een papilrussula. Hij heeft een hoed van zo’n acht centimeter doorsnee. Er zijn wel grotere zwammen, er zijn ook grotere russula’s. De papilrussula groeit op voedselarme zandbodem bij of in naaldbossen. De zwam werkt samen met dennen, die hij water en mineralen geeft in ruil voor suikers. De myceliumdraden vormen een web om de worteltopjes van de den heen. Ze groeien niet de wortels binnen, wat sommige andere schimmels wel doen, bij bijvoorbeeld orchideeën.
Het is een slechte herfst voor paddestoelen, met veel droge oostenwind en nu nachtvorst. Maar in de warme en vochtige duinbossen staan er aardig wat. De papilrussula op de foto staat bij de achterste dennen op Schiermonnikoog.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 30 nov. 2016)