Doodgereden tijdens de jacht
Zondag reed ik in de auto van Groningen het land door voor een lezing over mijn nieuwe boek. Het was een rit van ongeveer 250 kilometer en onderweg telde ik in de bermen één levende en drie dode torenvalken, een stuk of tien levende buizerds en één dode, vier levende blauwe reigers en twee dode. Bovendien zag ik twee doodgereden meeuwen: een kokmeeuw en een zilvermeeuw. Twee weken eerder telde ik geen dode maar juist veel levende reigers en torenvalken, maar wel twee dode kerkuilen.
Ik durf te wedden dat de valkjes, buizerds en reigers in de berm op jacht waren naar muizen. Muizen zijn in de bermen waarschijnlijk meer te vinden dan op de van tijd tot tijd bewerkte weilanden en akkers. Muizennesten zijn niet bestand tegen al die bewerkingen. Op het korte bermgras zijn muizen bovendien zicht- en grijpbaar. Ik zie altijd veel torenvalken bij bermen zitten of biddend in de lucht hangen. Ik denk dat ze minder op aas uit zijn dan reigers en buizerds, die behalve een levende muis ook een dood dier op prijs stellen. Dode dieren zijn er genoeg op de snelweg, maar het opeten ervan is riskant. Wellicht zijn die reigers en die buizerds daarbij aangereden.
Die drie torenvalken waren misschien uitgeput en suffig na die ijzige kou, misschien ook zijn ze de tijdens een manoeuvre de weg opgewaaid, wie zal het zeggen.
Doodgereden worden door een auto vind ik een van de spijtigste manieren om dood te gaan. Die kerkuilen lagen allebei op een strook snelweg benoorden Emmeloord, waar ik ook al drie keer een doodgereden kiekendief heb zien liggen. Blijkbaar is daar een vliegroute van deze beide laagvliegers Zo zonde.
Drie dode torenvalken tegen één levende; dan deden de buizerds het stukken beter! Ze weten auto’s vast handiger te ontwijken, want, die soms zo lomp uitziende buizerds zijn behendige vogels, en uitstekende overlevers.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 7 maart 2018)