Donsballetje duikt op in Noordwijk
Afgelopen zomer struinen Jeroen en ik over een stenige helling de Aucellaberg op. We zoeken drieteenstrandlopers. In juli werken de kuikens zich uit hun eieren – een hele bevalling. Het begint met een barstje. Als je dan zachte piepgeluidjes maakt, piept de ongeborene vanuit het ei terug. Vader of moeder zit naast je of klimt op schoot. Dan kan het nog wel een etmaal duren voor ze eruit zijn.
We verstoren ze zo weinig mogelijk, maar Jeroen moet de kuikens wegen, meten, ringen en een bloeddruppeltje afnemen voor DNA. Daarmee kan hij de verwantschap in kaart brengen. Waar dat goed voor is, staat in mijn boek dat vandaag na drie jaar onderzoek verschijnt. Als die kuikens eindelijk uitgekomen zijn, gaat het snel. Binnen een dag stappen ze rond: gespikkelde donsballetjes op hoge pootjes met elk drie tenen.
We zien een drieteenvader op de uitkijk staan, zijn rossige hals vurig in de lage poolzon. Hij kwettert waarschuwingen. Na een tijdje zien we door de kijker vier kuikens lopen. Die vangen we voor de wetenschap. Een korte sprint. De kuikens rennen snel, maar verkiezen toch de camouflage als ontsnappingsstrategie. Het kuiken dat ik probeer te pakken, drukt zich plat tegen de grond en houdt zich roerloos. Tussen de toendraplantjes zou je hem niet zien, maar deze drukt zich op een stukje sneeuw. Hij laat zich oppakken en krijgt de vrijheid weer met gekleurde ringen van licht gewicht plastic: een groen vlaggetje en de unieke kleurcombinatie groen-geel-geel-groen.
Gekleurringde drietenen worden ’s winters teruggezien van Denemarken tot Zuid-Afrika. Maar onze groengele vriend dribbelt over het strand bij Noordwijk. Laten we daar nou vandaag het boek presenteren!