De (twee-na-) beste zanger zingt weer!
Donderdagmorgen werd ik wakker en hoorde ik door het open raam een merel zingen. Het was de eerste merel die ik hoorde zingen, sinds augustus. Een half jaar zonder zingende merel… Maar het halve jaar mét staat voor de deur! Beter nog: is al begonnen.
Het was Valentijnsdag en ik had daarom zonder meer koerende tortels verwacht, maar hoewel ik die al zes weken hoor, zwegen die verrassend genoeg. Wie er al wel uit volle borst zingen zijn koolmezen, pimpelmezen, heggemussen, winterkoninkjes, roodborstjes en zanglijsters. U kent hun geluiden vast wel, en anders zijn ze zingend op internet wel te vinden.
Alleen de zanglijster heeft zo’n gevarieerd repertoire, dat een luistervoorbeeld niet per se de schellen van de oren doet vallen. Toch is een zanglijster in februari en maart gemakkelijk te herkennen. Als u in de schemer denkt een nachtegaal te horen, dan hoort u een zanglijster.
Toen er een paar jaar geleden een verkiezing was van vogelgeluiden, wond de merel het van zanglijster, nachtegaal en alle andere vogels. Dat heeft drie redenen:
1. Merels zijn zeer algemeen en zichtbaar, dus iedereen kent ze.
2. Ze zingen luid en duidelijk, zes maanden per jaar in parken en tuinen, dus iedereen hoort ze.
3. Ze zingen nou eenmaal mooier dan wie ook.
Daarbij merke men op:
Ad 1: Merels zijn er weliswaar minder door een virusziekte, er zijn er nog steeds duizenden.
Ad 2: Merels kiezen vaak een zichtbare plek om lang en luid te zingen. Zanglijsters zingen meer vanuit een boomkruin en nachtegalen verstoppen zich zo goed dat je geluk moet hebben er een te zien.
Ad 3: Er zijn twee vogels die misschien nóg beter zingen, omdat ze zowel het lijsterlied, de nachtegalennocturne als de merelmedley feilloos imiteren, en daarbij nog veel meer deuntjes kennen. Dat zijn de spotvogel en de onovertroffen spreeuw.
Ad rem: dan zouden merels nog de top-3 halen.
Geniet van ze, het komende halve jaar!
(Natuurdagboek Trouw maandag 18 februari ’19)