De ratelende rugstreeppad
Met zoon van 10 struin ik op Schiermonnikoog door de duinen. We wurmen ons tussen duindoorns door en proberen op voorspraak van zoon een dode langpootmug uit een spinneweb tot leven te wekken. De langpoot kijkt ons aan met groene ogen.
We horen een krekel-achtig geluid uit het natte valleitje voor ons. Rugstreeppadden! Die verstoppen zich overdag in holletjes. Die graven ze in zand. Ook water hebben ze nodig. Daarom komen ze voor in natte duinen, vooral op de Waddeneilanden. ’s Avonds roepen ze naar elkaar dat ze er zijn en dat ze er wezen mogen. Ze kwaken niet, ze ratelen. ‘Rrrrrrr’, klinkt het, en ‘rrrrrr’, luidt het antwoord. Waarschijnlijk roepen mannetjes zo de vrouwtjes. Komt allen tezamen, jubelend van vreugde.
Bij ons huisje horen we ze ’s avonds ook. Ik heb ze nooit eerder bij het huisje gehoord. Ik vind ze een aanwinst. Buiten de waddeneilanden komen rugstreeppadden ook voor in de Noordoostpolder. Ze zijn daar niet populair, want ze zijn beschermd, en als je een nieuwe ligboxenstal bouwt zodat de koeien nooit meer naar buiten hoeven, en je komt rugstreeppadden tegen, heb je een ontheffing nodig. En dus kun je geen stal meer zonder ontheffing bouwen, want als ze er niet al zijn, dan komen ze wel. Waar een bouwput is met zand en water krijg je geheid rugstreeppadden.
Op Schiermonnikoog hebben ze dat probleem niet. De meeste rugstreeppadden hebben in de duinen genoeg zand en water. Zoon en ik sluipen op het geratel af. We zijn vlakbij en dan stopt het. Er springt niets, er ritselt niets, we zien niets. Zouden ze in hun holletje zitten?