In het Groninger Museum is tot maart de collectie van Jan Albert Sichterman te zien. Sichterman was VOC-directeur van Bengalen in de eerste helft achttiende eeuw. Hij vergaarde een fortuin en kocht Chinees en Japans keramiek, meubels en honderden schilderijen. Aan de Ossenmarkt te Groningen liet hij een herenhuis bouwen. Hij reed rond in een koets met zes paarden en zes bedienden.
Conservator Egge Knol vertelt dat deze ongekroonde Koning van Groningen niet zozeer beroemd werd vanwege zijn buitenissige leefstijl, maar vooral vanwege zijn huisdier.
Hij kreeg namelijk een babyneushoorntje cadeau. Het koddige dier werd Clara genoemd, scharrelde rond en kreeg van bezoekers hapjes toegestopt. Maar kleine neushoorns worden groot. Ik heb ze in het wild ontmoet, te voet nog wel. Indische Neushoorns stormen zelfs op olifanten af, en een mens wordt onder de voet gelopen. Mijn gids had me ingepeperd in een boom te klimmen, als er een neushoorn aankwam. Maar toen het gebeurde, was er geen boom te bekennen. De grond dreunde, de gids was meteen verdwenen in manshoog gras. Ik hield me roerloos en de kippige neushoorn denderde op vijf meter afstand langs me heen.
Lijkt me ongeschikt als huisdier.
Na drie jaar was Sichtermans neushoorn het huis uit gegroeid. Hij werd meegegeven aan een Nederlandse kapitein, die met hem door Europa toerde. Clara werd een internationale attractie. Ze bracht het publiek in vervoering in Rotterdam, Amsterdam, Leiden en Groningen, reisde zeven jaar door Duitsland, Denemarken, Polen, Oostenrijk, Zwitserland, Italië, Engeland en Frankrijk. Lodewijk XV wilde haar en diens hofbioloog De Buffon bestudeerde haar. “Ze was razend populair”, vertelt Knol, “evenals de door haar geïnspireerde pruik à la rhinocéros.” Clara overleed in Londen, Sichterman in Groningen.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 26 september 2014)
