Dambordje
Als u zuidwaarts op vakantie gaat, heeft u kans op dambordjes. De dichtstbij Nederland gelegen dambordpopulatie bevindt zich in België, vlakbij Zuid-Limburg. Daar worden ‘s zomers weleens verdwaalde dambordjes gezien. Die vlinders hebben zich er soms ook tijdelijk gevestigd, evenals op de Veluwe, in Twente, in de Achterhoek en zelfs een keer in Groningen.
Meer kans op dambordjes bieden Zuid-Frankrijk, Italië en de Balkan. Op het Iberisch Schiereiland woont een verwante vlinder: het Spaans dambordje. Gescheiden door de Pyreneeën heeft die zich tot aparte soort ontwikkeld. Op de Balkan komt naast het dambordje ook het oostelijke dambordje voor.
Op wandelvakantie in Noordwest-Kroatië zien we veel dambordjes. Ze fladderen om ons heen en in de warmte kost dat die druktemakers vast veel energie. Ze strijken dan ook voortdurend neer op bloemen om bij te tanken. Lila en paarse bloemen hebben hun voorkeur. We zien ze meestal op beemdkroon en verwanten, maar ook op knoopkruid en distels. Een enkele keer zien we een avontuurlijk dambordje dat zich aan een gele composiet waagt.
Ik hoop op een oostelijk dambordje, want we wandelen ongeveer langs de grens van diens verspreidingsgebied, maar hoeveel dambordjes we ook zien, er zit niet één oosterling tussen.
Mannetjesdambordjes maken patrouillevluchten om vrouwtjes te versieren of andere mannetjes te verjagen. Vrouwtjesdambordjes kunnen eitjes afzetten op een plant, maar laten ze vaak tijdens de vlucht uit de lucht vallen, op zonnige plekken met korte begroeiing. Als de rups uit het eitje komt, gaat ie eten. Dat doet hij het liefst ’s nachts. In de herfst kruipt ie in een graspol voor een winterslaap. Op de eerste zonnige dagen ontwaakt hij en eet ie verder, tot ie zich eind juni kan verpoppen tot dambordje. Dat verpoppen doet hij in een opgerold blaadje.
(Natuurdagboek Trouw maandag 30 juli 2018)