Bonte vogel in de kers
’s Avonds kom ik thuis na een reis van twee weken. In de schemer zie ik nog net dat de sering bloeit, dat de kers bloesemt en dat de appel op het punt staat. Die kersenboom is groot en zijn bloesem is het beste te zien uit de slaapkamer. De volgende morgen schuif ik het gordijn open en sta ik ermee op ooghoogte…
Er scharrelt een vogeltje door de kers, vlakbij, maar verscholen tussen de bloesems. Zal wel een mees zijn, of misschien een mus. Ook fitis, tjiftjaf, zwartkopje en vink zijn kleine vogels die in mijn tuin opereren. Maar nee, even verschijnt hij pontificaal in beeld: zwart met wit: bont dus. Zijn spitse snaveltje verraadt dat het een insecteneter is, net als een mees, en geen zaadeter zoals vink of mus. Het is een bonte vliegenvanger.
Voordat hij zijn vliegen vangende kunstje uitvoert, door in een korte fladdervlucht een passerend insect uit de lucht te happen, en voordat ik een verrekijker kan pakken snort hij weg, de tuin uit.
Ik kan me niet indenken dat hij mijn angstaanjagende gestalte langs het gordijn heeft zien loeren. Wat de reden voor zijn haastige vertrek is weet ik niet. Wel denk ik dat het een vliegenvanger op trek is, onderweg uit West-Afrika naar bijvoorbeeld Zweden. In de bossen van Drenthe is de bonte vliegenvanger weliswaar een algemene broedvogel, maar in het bosarme Groningen zie ik bijna nooit een bonte vliegenvanger. Dit is de eerste die ik in mijn tuin zie.
Zijn zwart was behoorlijk zwart, niet grijsbruin zoals onze vliegen vangende broedvogels vaak zijn. De Zweedse vliegenvangers zijn donkerder, en ook daarom vermoed ik dat hij nog een hele reis voor de boeg had. Jammer dat hij niet wat langer op bezoek bleef of zelfs ging broeden. In een met klimop begroeide stam naast de kers hangt een nestkast. Maar wat een leuke verwelkoming, de eerste ochtend thuis!
(Natuurdagboek Trouw woensdag 2 mei ’18)