
Als u wel eens Triviant speelt, weet u misschien waarmee oliebedrijf Shell ooit begon. Met kalk. Vandaar het symbool. Als ik mensen uitleg welke schelp ik bedoel, doen pecten of Jakobsmantel geen belletjes rinkelen, terwijl iedereen het Shell-symbool kent. Al weten weinigen hun naam, mantels zijn na slakkenhuizen de populairste schelpen onder het grote publiek. Op het strand waar Donald Duck zwemt, liggen geheid een krab, een slakkenhuis en een mantelschelp.
In Nederland zijn alle mantelschelpen zeldzaam. In Groot-Brittannië, Ierland en Frankrijk zijn ze dat niet. Er zijn grote mantels, die joekels die soms als schoteltje of asbak gebruikt worden. Daarnaast zijn er wijde mantels en bonte mantels, die allebei regelmatig in Nederland aanspoelen. Maar u moet er heel goed voor zoeken, kan ik u verzekeren. Het zijn oude kleppen, die een lange tijd in de bodem zaten.
De wijde mantel is bijna rond en zijn ribben waaieren gelijkmatig uit. De bonte mantel is iets smaller en steviger en heeft smallere ribbels. Hij kan rood, bruin of grijs zijn en zwemt door het water door in zijn twee kleppen te klappen. Soms is er wel eens een levende schelp aangespoeld op een stuk hout. Of ver op zee opgevist door een visserschip. Afgelopen mei werd in de Nederlandse kustwateren een levende bonte mantel gezien. Dat is maar twee keer eerder gebeurd, in 1998 en in 2012. Luna van der Loos en Brendan Oonk vonden er tijdens een duik één bij Dreischor in de Grevelingen. Hij zat op 4,40 meter diepte en was 4,4 centimeter hoog en moest daarom al twee jaar oud zijn. Samen met Peter van der Bragt schreven ze erover in het laatste nummer van schelpentijdschrift Spirula.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 16 sept. 2014)