De spreeuw
Uit het raam van de klas keek ik verlangend naar buiten. Ik was veertien en zat in de derde. Boven de flats van Amersfoort uit torende de Lange Jan zonbeschenen de wolkeloze hemel in. Nog twee lesuren… Na school fietste ik het bos in. Via de oude beukenlanen in het door de A-28 afgesneden landgoed Nimmerdor, over de fietsbrug, langs de Paradijsweg tot de Treekerweg, daar rechtsaf tot het Treekermeertje, een afgesloten privédomein waar ik stiekem rondliep en reeën zag. Dan terug via hotel Den Treek, waar een kerkuil in de duiventil woonde, en vervolgens het lange fietspad naast de Houtweg af, waar ik zwarte spechten zag baltsen, mijn eerste havik ontdekte, een ringslang ontmoette en eekhoorns, vele eekhoorns.
Ik struinde daar veel rond, groef er een ondergrondse hut, inventariseerde er zangvogels, vond holle bomen waarin spechten broedden. Als ze jongen hadden, konden die moord en brand schreeuwen. Soms klonk er uit zo’n holle boom een donker gekoer. Dan zat er een holenduif op wacht. Op een middag klonk er een vreemd, indringend geluid uit de stam van een boom. Het geluid kwam uit een enorme den. Het klonk op oorhoogte. Ik legde mijn oorschelp tegen de ruwe bast. Het was zeker het geluid van jonge vogels, maar welke? Ik hoorde een mix van geblaas, gereutel en geritsel. Ik gluurde van een afstandje naar wat er komen zou. Binnen de kortste keren vloog er een spreeuw uit het hol in de boom, waarna het geluid verstomde, om er even later weer in te vliegen, waarna het gekrakeel opnieuw losbarstte.
De Engelse bioloog Chris Feare omschreef dat bedelroepen van jonge spreeuwen als ‘cheer’, oftewel tsjier. En dan achterelkaar door en door elkaar heen: ‘tsjier tsjier tsjier tsjier’, zo luid dat het je wakker maakt als het onder de dakpannen van je huis klinkt. Ook hoort Feare jonge spreeuwen ‘tzie’ zeggen en ‘tsjurr’. Maar als de oudervogels met voer arriveren, roepen ze om het hardst ‘tsjier tsjier tsjier!’ Vliegen ze vervolgens weer op, dan zeggen volwassen spreeuwen een afgemeten ‘prurrp’.
Zo begint De spreeuw, het nieuwe boek van Koos Dijksterhuis. Het is 159 bladzijden dik en is gebonden in een stevige kaft. Een luchtig, leesbaar en zomers cadeau! Bestellen bij AtlasContact of bij de auteur. Dan komen er verzendkosten bij maar desgewenst ook een handtekening of andere handgeschreven toevoeging.
[ ISBN: 9789045029108 ]