Wesp met een mollige taille

In een bosrand langs een bloemrijk veldje zit een wesp. Het lijkt me een muurwesp, zwart met gele strepen, al zit ie op een blad. Maar dan zie ik een halve meter naast me knopig helmkruid staan. Ah natuurlijk, een helmkruidbladwesp.
Knopig helmkruid is een vrij grote plant met onopvallende bloemen. Die zijn donkerpaarsbruin en lijken wel op bessen. Er komen helmkruidvlinders en helmkruidbladwespen op af. Beide laten hun eitjes achter aan de onderkant van een blad, en daaruit komen schitterende larven. Rupsen van de helmkruidvlinder zijn wit met zwart en geel. De bastaardrupsen van de helmkruidbladwesp zijn wit met zwart. De eitjes van helmkruidvlinders komen in de zomer uit, die van de bladwespen pas volgend voorjaar.
Bladwespen zijn een grote familie van wespachtige insecten. Hun larven lijken op rupsen, maar verschillen in het aantal poten. Rupsen zijn de larven van vlinders. Ze hebben drie paar pootjes achter de kop, waarna twee of meer pootloze segmenten volgen. In het midden hebben rupsen maximaal vier paar poten, de buikschuivers. Die worden weer door enkele pootloze segmenten gescheiden van de twee naschuivers op het laatste segment.
Bladwesplarven hebben ook drie paar borstpoten, maar daarna volgt slechts één segment zonder poten. Verder hebben ze onder hun hele buik pootjes, behalve onder het achterste segment. Aan naschuivers doen ze niet. Hun kont buigt vaak naar onder. De segmenten van bladwesplarven zijn iets vager te onderscheiden dan die van rupsen.
Bladwesplarven worden ook bastaardrupsen genoemd. Als je ze verstoort, nemen ze vaak een versteende houding aan in de vorm van een S. Verstoor je ze niet, dan knagen ze onbekommerd het blad van hun gastplant op, in dit geval (knopig) helmkruid. Daarin doen ze niet onder voor echte rupsen.
Bladwesplarven leven vaak met vele bij elkaar. Na een maandje hebben ze genoeg gegeten en laten ze zich op de grond vallen, om zich te verpoppen tot wesp. Zo’n wesp jaagt op andere insecten maar heeft geen angel. De helmkruidbladwesp lijkt op een gewone wesp, maar heeft een molliger taille. Het insect blijft stil zitten in de bosrand.
(Natuurdagboek Trouw, woensdag 9 juli ’25)