Jonge spreeuw te paard

Nu, in de nazomer, zie ik allerlei jonge vogels rondfladderen; vaak in families of groepen. Mezen, vinken, putters, karekieten, kwikstaarten, vliegenvangers, grasmussen, graspiepers, rietgorzen, rietzangers… En natuurlijk: mussen en spreeuwen. Mussen en spreeuwen schuimen in groepen van leeftijdsgenoten de wijken en velden af. Het is de generatie van afgelopen lente.
Jonge spreeuwen vlogen uit, verschoven hun dieet van puur carnivoor naar deels vegetarisch (en kregen er dertig centimeter maag-darmkanaal bij). Ze doen zich te goed aan zaden en vruchten, al blijven rupsen en emelten geliefde hapjes.
Spreeuwen gedragen zich soms alsof ze tropische ossenpikkers zijn, van die vogels die je in natuurfilms op de ruggen van buffels ziet zitten. Spreeuwen hobbelen vaak mee op de rug van een rund of paard. Op paarden en koeien zijn vaak insecten te vinden. Ook rond de voorpoten van grazend vee schrikken insecten op. Daar scharrelen dan ook vaak spreeuwen rond.
De jonge spreeuw op de foto zit op een paard. Hij of zij is in de rui – spreeuwen verwisselen hun grijze jeugdkleed in hun eerste (na)zomer al voor het volwassen kleed: zwart met witte sterretjes. Vandaar hun Engelse naam starling. In het Duits heten ze Star. Ons woord spreeuw is verwant aan het Engelse sparrow, dat mus betekent. De spreeuw op de foto heeft nog een jeugdig grijze kop, bovenrug en borst, maar reeds een gespikkelde buik en schouders. Spreeuwen beginnen hun leven als grijsaards. Komende winter zal hun verse spikkelkleed verslijten en worden ze zwart met een paarse of groene weerschijn. Wij vinden hen dan, als ze versleten zijn, op hun mooist, en dat vinden ze zelf ook. De witte sterren zijn weggesleten als ze in de lente op vrijersvoeten gaan.
Spreeuwen zijn beroemd vanwege hun zwermen. Ooit waren ze ook beroemd om hun zangtalent. Ze inspireerden Mozart die een tamme spreeuw had. Net als papegaaien konden spreeuwen mensen napraten en werden ze als huisdier gehouden. Er is zoveel over spreeuwen te vertellen, dat ik een heel boek over die vogels heb gevuld. Alleen al dat paardjerijden… En het kan nog gekker: er was eens een spreeuwenpaar dat nestelde in de wol van een rondlopend schaap.
(Natuurdagboek Trouw, maandag 25 augustus ’25)