De mooie bontbek

De mooie bontbek

Bontbekplevier Foto Jeroen Reneerkens
Bontbekplevier. Foto Jeroen Reneerkens

Het zijn zulke mooie vogels: bontbekplevieren in zomerkleed! Meestal zie je ze niet van dichtbij, en heb je een verrekijker nodig. Ze scharrelen door en langs ondiepe wateren: meren, zeearmen, wadden… In dat open terrein ben je als verticale gluurder van één meter tachtig heel zichtbaar. Kom je te dichtbij, dan snorren de bontbekken ervandoor.

Daarom is het handig ze vanuit dekking te bekijken, een vogelhut bijvoorbeeld, en vooral: door die verrekijker. Dan zie je dat de dribbelende bolletjes prachtig uitgedost zijn met een zwarte borstband en oogmasker, een witte buik en grijze rug, gele poten en een gele snavel met een zwarte punt. Aan die snavelpunt danken ze hun naam.

Er bestaan ook kleine plevieren, eveneens met zwarte borstring en oogmasker, maar met roze pootjes. Ze hebben een bijna geheel zwarte snavel, maar weer wel een gele oogring. Ook die vogels zijn prachtig.

Beide soorten broeden graag op zandig terrein. Kleine plevieren zijn daarin minder kieskeurig dan bontbekken. Ze vinden een opgespoten bouwterrein al goed en zijn minder aan de kust gebonden. Bontbekplevieren broeden vooral op stranden waar schelpen of steentjes liggen, maar waar geen mensen komen. Stranden heeft Nederland genoeg, maar stranden zonder mensen bijna niet. Als broedvogels zijn bontbekken met vier- à vijfhonderd paar dan ook schaars.

Maar in augustus trekken beide plevieren door vanuit buitenlandse broedgebieden, en dat doen ze met vele. Vooral bontbekken zijn talrijk. Ze hebben een uitgestrekt broedgebied van Groenland en Canada tot Siberië. In Groenland en andere Arctische gebieden broeden ze op dun begroeide toendra’s aan de kust. Nederland is zo’n beetje de zuidgrens van hun broedgebied. Sommige trekken naar Engeland, andere overwinteren in kleine aantallen bij ons aan de kust. Maar de vele broedvogels uit Groenland komen slechts op bezoek tijdens hun reis naar Afrika. In augustus en september verblijven er bij ons tien- tot dertigduizend bontbekplevieren.

De meeste Nederlandse stranden laten ze links liggen, maar op de rustiger stranden in het Deltagebied en op de Waddeneilanden zijn ze nu met vele te zien. Vooral vanuit dekking en door een verrekijker. En mooi dat ze zijn!

(Natuurdagboek Trouw, donderdag 14 augustus ’25)

 

DELEN

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *