De baltsvlucht van een dode vlieg

Men vraagt mij vaak hoe ik toch vier keer per week een onderwerp uit de natuur weet te halen. Dat is gemakkelijker dan men denkt. Er zijn twee miljoen soorten planten en dieren beschreven. Eén van die soorten is Homo sapiens, de mens. Over de mens worden per jaar zeker honderdduizend boeken geschreven. Dan blijven er voor mij 1.999.999 soorten over om een kolom mee te vullen.
Eitje.
Ik hoef maar uit het raam te kijken, of ik zie een mogelijk onderwerp. Ik hoef niet eens uit het raam te kijken. Spinnen, vliegen en muggen – elk huis heeft ze. En op de vensterbank liggen telkens nieuwe slachtoffers van uitputting, verdroging of verbranding. Met de zon op de ramen houdt geen insect zijn ontsnappingsstreven dagenlang vol. We zetten menige juffer, kever, zweefvlieg, bij en wesp naar buiten, maar zijn soms te laat. Dan probeer ik vast te stellen welk insect het is. Als er over die soort of soortgroep iets bekend is, als een soort onderzocht is, komt er altijd een verrassend verhaaltje tevoorschijn.
Ook nu veeg ik het lijkje niet achteloos van de vensterbank maar bekijk ik het. Ik zie een fraaie vlieg met stekelige poten, glanzende ogen en witte vleugeltipjes. Poecilobothrus nobilitatus, zo determineert waarneming.nl hem met 100% zekerheid. Een slankpootvlieg. In Nederland komen meer dan vijfduizend soorten vliegen en muggen voor, waarvan 264 soorten slankpootvliegen. Ze zijn makkelijker te determineren dan veel andere vliegen, en er is van alles over ze bekend.
Het bestuderen van slankpootvliegen is populair omdat het mooie insecten zijn die theatraal versiergedrag vertonen. Ze leven bij vijvers, waar ze achter elkaar aanjagen. Een mannetje kiest een vrouwtje en richt zich geheel op dat ene vrouwtje, al laat hij zich soms wel even afleiden door andere mannetjes. Hij gaat voor haar staan en wappert met zijn vleugels. Daarna hangt hij biddend voor haar in de lucht. Dan volgen twee soorten baltsvluchten. Bij de ene vliegt het mannetje in cirkels aan één kant van het vrouwtje, en bij de tweede vliegt hij over haar heen, waarbij hij zich al vliegend een halve slag omdraait.
Dat zal de slankpootvlieg in mijn hand niet meer meemaken. Maar hij heeft me wel een onderwerp gegeven.
(Natuurdagboek Trouw, vrijdag 29 augustus ’25)