Water, schapen, grutto’s, gras
Het veelbeloofde lenteweer lokt mij naar de Eempolders, waar hier en daar weilanden liggen die aan de vaart der intensiveringen zijn ontsnapt. Bij Eemnes bijvoorbeeld bewaakt Natuurmonumenten een oogstrelend weidevogelreservaat. Op een dijkje met knoestige schapen en wollige lammetjes kun je erlangs lopen en het gebied mooi overzien. Gras, pinksterbloemen, water, dotters. Veel water is er. Het glinstert in de felle zon als die tussen de duistere wolken door priemt. Het waait hard, de graspieper begint niet aan zijn baltsvluchtje, maar staat op een graspol, overziet zijn naaste omtrek en hipt dan achter een insect aan. Zo kan het marginale hoogteverschil van een graspol op de schaal van kleine vogels en insecten meer betekenen dan wij mensen bevroeden. Wij schrapen, scheren en rollen onze weilanden zo plat mogelijk. Daarom noemen we ons land ook platteland. Geen ander Europees volk heeft zo’n denigrerende benaming voor zijn leefomgeving. …