Groenland 3 – Muskusossen

Groenland 3 – Muskusossen

© foto: Jeroen Reneerkens

Ons Groenlandse veldstation ligt in een driehoekige vallei tussen de fjord in het zuiden, de Zackenberg in het noordwesten en de Aucellaberg in het noordoosten. De zijden van de driehoek zijn ruim zes kilometer lang. Van noord naar zuid doorsnijdt de rivier de vallei, die een grote slinger naar rechts maakt, voor in de fjord uit te monden. In die slinger ligt een lage heuvel met het veldstation erop. Tussen de barakken liggen vossendrollen en vele stapeltjes geitenkeutels. Maar geiten zijn hier niet. De keutels zijn gepoept door muskusossen, twee meter hoge kolossen met een opgezette rug en een onwaarschijnlijk weelderige haardos. Wandelende hooibergen. In de verte kun je ze vanuit het kamp zien grazen op de karige plukjes gras, hei en mos. Overal ligt de toendra bezaait met die keutels. Ook op de sneeuw vind je ze, waar ze kogelgaten in smelten. In het Deens is een muskusos een moskusoks. Op een oude, Deense landkaart heet een streek hier in de buurt Moskusokseland. De gigantische grazers verliezen hun woeste wintervacht. Overal liggen plukken muskusossenwol, dat wij naar de Deense streeknaam muskusokselhaar noemen. Groenlanders verzamelen muskuswol, om er warme, zachte truien van te breien. Muskusossen zijn geen ossen. Natuurlijk niet, want hoe zouden ossen zich kunnen voortplanten? Muskusossen zijn ook geen koeien en stieren, al zien ze eruit als enorme runderen. Ze zijn reuzengeiten. Met hun forse, gekrulde horens bestrijden de mannen elkaar met daverende klappen. Om die klappen op te vangen groeien de twee horens aan elkaar, via een verbreding over de kruin die eruit ziet als een weelderig blond kapsel. De muskusmannen lijken allemaal op Geert Wilders.

DELEN