Zoute kool aan zee
Op de Afsluitdijk groeien planten met blauwgroen, koolachtig blad. Hun geurige, witte bloemtrossen zijn uitgebloeid maar hun blad is duidelijk te zien. De meeste groeien aan de zeekant, tussen de stenen, en zijn van de weg af dus niet zichtbaar. Maar andere hebben wortel geschoten op het gras aan de wegzijde.
Het zijn de bladeren van zeekool. Zeekool is, zoals zoveel wilde planten, prima te eten. Maar het blad is niet lekker, zeker niet als de plant gebloeid heeft. De bladstelen echter smaken prima, al dan niet gestoomd, geroerbakt of kort gekookt. Geen zout nodig, de plant is al zout. Ook rauw smaakt zeekool best. Handig voor schipbreukelingen die zich, lijdend aan scheurbuik, met hun laatste krachten de dijk op slepen. Want zeekool zit vol vitamine C.
Dat zeekool op zeedijken gedijt, heeft de plant slim bekeken, want veel planten houden het daar niet uit. Zout is vergif voor de meeste soorten. Maar niet voor zeekool die daarmee een groeiplaats heeft zonder veel concurrentie. Het is een handige kweekplant op kwelders of binnendijkse akkers waar zoute kwel onder de dijk door sijpelt. Op Texel wordt zeekool gekweekt. In Azië, waar alarmerende oppervlakten landbouwgrond onbruikbaar worden door het zout dat zich na jarenlange irrigatie ophoopt tot een sneeuwwit laagje, zou zeekool een uitkomst voor boeren kunnen zijn.
Zeekool vormt dikke zaden, die van de dijk rollen en met de vloed meespoelen, wekenlang op zee dobberen, op een andere dijk aanspoelen en ontkiemen. Op die manier is de plant in de jaren dertig in Nederland gearriveerd. Omdat zeedijken worden schoongeveegd, verdwijnen zaailingen vaak weer. De plant is nog niet zo talrijk en staat daarom te boek als beschermde soort. Plukken mag dus niet…
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 4 nov. 2016)