Zilveren ganzerik
Ganzeriken zijn een geslacht van planten met gele bloemen. Dankzij die gele bloemen lijken ze op boterbloemen, maar dat is een ander geslacht. Bij de ganzeriken horen zilverschoon, tormentil, wateraardbei en vijfvingerkruid. En natuurlijk kruipende ganzerik, voorjaarsganzerik en viltganzerik.
De laatste heet potentilla argentea. Alle ganzeriken heten potentilla, omdat het planten zijn waaraan grote mogelijkheden werden toegedicht, en argentea betekent zilveren. Het zou dus goed bij zilverschoon passen, met de enigszins zilvergrijze onderkanten van de bladeren, maar viltganzerik heeft ook zilveren blaadjes. Vroeger heette de plant dan ook zilverganzerik. In het Duits heet ie nog steeds Silber-Fingerkraut en Friese plantenkenners spreken van Wollich sulverblêd. Dat wollige verwijst net als het Nederlandse vilt- naar de zachte beharing op de onderkant van het blad, dat zorgt voor de zilveren gloed.
Viltganzerik komt in heel Europa voor, heeft een fikse wortelstok waaruit hij het jaar erop weer kan groeien, kan zich zowel geslachtelijk als ongeslachtelijk voortplanten, is bestand tegen droogte, zon, betreding en voedselschaarste. Je zou, kortom, verwachten dat viltganzerik zeer algemeen is.
Maar nee. Juist die voedselschaarste is schaars in onze van drijf- en kunstmest doordrenkte land. Tot ver buiten weilanden en akkers dwarrelen meststoffen neer. In Nederland is viltganzerik dan ook zeldzaam geworden. Alleen op de zandgronden in vooral Gelderland en de Hollandse duinen is de plant plaatselijk wat talrijker.
De viltganzerik op de foto is genomen in Duitsland, langs de Elbe. Ik vond de soort ook in Polen, langs de Oder. Omdat Nederland het meest industriële, zwaarst bemeste platteland van de wereld heeft, kun je in het buitenland vrij gemakkelijk planten vinden van bij ons verdwenen of zeldzaam geworden soorten. Maar met autorijden naar buitenlandse plekken waar nog wilde bloemen bloeien zorg ik voor stikstofuitstoot die de lucht vervuilt en die neerslaat in de natuur die toch al zo geteisterd wordt. De volgende bestemming, Istrië bezoek ik daarom per trein en verken ik te voet. Ik vertrek vandaag. Het plantenboek zit in de rugzak.
(Natuurdagboek Trouw maandag 25 juni ’18)