Woekerend muskuskruid

Holle wegen, oeverwallen, beekoevers, loofbossen – daar kan muskuskruid groeien. Veel heeft het plantje niet nodig, zelfs maar weinig zon. Toch is het alleen algemeen in Zuid-Limburg. Verspreid over de zandgronden komt muskuskruid door het hele land voor, maar nergens veel.
Groot was mijn verrassing toen we vlakbij de stad Groningen op muskuskruid stuitten. Mijn geliefde en ik waren op zoek naar inheemse, wilde planten voor in de tuin. Bij Tolbert moest een goede kwekerij zijn: de Zandhoogte. We belandden op een smalle landweg. Bij een weelderig begroeid huis liep een man rond. We vroegen of hij de kwekerij kende. Die was van hem maar bleek hij te hebben opgedoekt. “Wel de ligt heemtuin er nog”, merkte hij op. “We willen hem in de toekomst openen voor publiek, maar nu nog niet.”
Het Natuurdagboek opent soms deuren: de man las Trouw en gaf ons een rondleiding. De anderhalve hectare grote tuin bleek een paradijsje met een hooilandje, een stinsenplantentuin en een bronbos. Daar had hij een forse vijver uitgegraven. Het zand vormde met puin een wal; een ideale woonplaats voor salamanders en insecten. Rond de vijver, gevuld met grondwater, wees de heemtuinman veldjes goudveil aan. Goudveil was die dag toevallig het onderwerp van het Natuurdagboek, en hier stonden beide soorten goudveil: paarbladig en verspreidbladig. Maar nog veel meer muskuskruid.
Muskuskruid is een decimeter hoog en bloeit met kleine, geelgroene bloemen. Het is een onopvallend plantje, maar compenseert die bescheidenheid met grote aantallen. Zelfs het paadje was ermee bedekt, we konden er niet lopen zonder muskuskruid te vertrappen. De naburige buren hadden hun land oranje gespoten met glyfosaat, maar dat waaide niet ver genoeg ‘s mans bos in, om muskuskruid, goudveil en de vele andere zeldzame planten te vergiftigen.
We kregen polletjes muskuskruid en goudveil mee. Die heb ik meteen in de tuin gezet.
(Natuurdagboek Trouw donderdag 6 mei ’21)