Schelpen op rijm

“Of schelpen verzamelen vaker dan andere hobby’s samengaat met een voorliefde voor taalgrappen en vormvaste poëzie op rijm weet ik niet, maar schelpennamen zijn soms een gedichtje op zich, dus ik sluit het niet uit. Neem nou noordkromp en tepelhoren, wulk en wenteltrap…”
Dat schreef ik in Wurgworm watert wat, een bundeltje limericks en andere versjes over week- en zeedieren. Als schelpen verzamelend plezierdichter mocht ik daarin een voorwoord schrijven. Wurgworm is uitgegeven door Stichting ANEMOON die in kaart brengt wat er in onze kustwateren leeft. Daartoe worden iedere twee weken stranden en dijken afgespeurd op schelpen, inktvisschilden, krabben, zeepokken, zeewieren, mosdiertjes, roggeneieren en wat er maar aangespoelt.
Voor dit heidense monnikenkarwei gaan honderden vrijwilligers op stap. Zij verzamelen, determineren, vullen formulieren in en sturen die op aan Stichting ANEMOON. Ik ben een keer meegegaan en vond het heel leuk. Nu ben ik sinds mijn kindertijd verslingerd aan schelpen zoeken, en altijd als ik aan zee kom, kan ik het niet laten. Mocht u ook van zeelucht houden en iets willen leren over de vele zeewezens die levend of dood aanspoelen, meldt u zich dan aan via www.anemoon.org. Daar is ook de bundel Wurgworm te koop voor 11,95. Als nieuwe donateur krijgt u het boekje gratis, als waarnemer ook.
Al dat gescharrel over het strand, het bukken en rapen van schelpen en wieren blijkt velen te inspireren tot gerijmdheden. Er zitten mooie (rijm)vondsten bij. Zo schrikt een escargotje van naaktslakken in hun blootje. En hoe valt er te rijmen op clausilia? Een clausilia is een landslak met een fraai, slank huisje. Daarmee klimt hij tegen bomen en muren op. De soort is vereeuwigd in de limerick Vla:
“We vormen een flinke familie ja,”
sprak in Halfweg een Grote clausilia
“We wonen op muren
en deuren van schuren
en ikzelf in een oud pak vanille-vla.”
(Natuurdagboek Trouw woensdag 5 mei ’21)