Plaatjeshoutzwam
Wintervaste paddestoelen zijn nogal eens houtzwammen, van die fikse jongens die uit boomstronken, dode of halfdode boomstammen groeien. Er is zelfs een houtzwam met de naam winterhoutzwam. Druppelvlekhoutzwammen, roodporiehoutzwammen, kussenvormige houtzwammen… paddestoelen hebben vaak prachtige namen.
Geelbruine plaatjeshoutzwammen zijn dan ook nog eens prachtig van kleur: plaatjes! Van donkerpaars waaiert de hoed uit naar okergeel aan de rand, en alle schakeringen daartussen. De onderkant van deze hoed heeft merkwaardige plaatjes, die doen denken aan het bovenaanzicht van een doolhof. Er is een andere houtzwam die daar nog sterker aan doet denken en die heet dan ook de doolhofzwam. De doolhof-plaatjes zijn geen plaatjes, geen lamellen. Houtzwammen hebben buisjes, oftewel poriën. Ook de geelbruine plaatjeshoutzwam heeft poriën, maar dan wel lange, smalle. Ze zien eruit als lamellen oftewel plaatjes, vandaar de naam plaatjeshoutzwam.
De paddestoelen zijn de hoeden op de zwam, de kersen op de taart, de topjes van de ijsberg. De zwam zit als als een web van ragfijne draden door het dode of stervende hout heen. De geelbruine plaatjeshoutzwam verkiest naaldhout. Dat hoeft geen boom te zijn, een grenen- of vurenhouten paaltje is ook goed. Dood naaldhout is dood naaldhout. Op een vochtige zolder kunnen geelbruine plaatjeshoutzwammen op, in en van de balken van het dak leven. Het duurt jaren, maar dat dak gaat eraan. Ik heb zelf op een zolder gewoond waar ik met mijn wijsvingers van beide kanten in een dikke nokbalk kon prikken, tot mijn vingertoppen elkaar raakten. Die was vermolmd door een andere soort houtzwam. Als paddestoelenliefhebber hoef je niet van huis, om in de winterkou kleurrijke zwammen te zien!
(Natuurdagboek Trouw 23 dec. 2013)