Op zoek naar patrijzen

Op zoek naar patrijzen

Patrijzen, © Ben Koks

We struinen door Oost-Groningen, op zoek naar patrijzen. Ben Koks van de Werkgroep Grauwe Kiekendief ziet ze vaak. Volgens hem zijn er meer patrijzen dan de vogeltellende instanties beseffen. Patrijzen worden domweg over het hoofd gezien. Uit de auto zien we in de bermen een fazant hier, een fazant daar. ‘Waar fazanten zitten, zie je geen patrijzen’, verklaart Ben. Hij parkeert aan het eind van aan doodlopend landweggetje tussen de akkers. De wintertarwe komt op – een groene sluier over de zeeklei. ‘Op luchtfoto’s zie je dat vijf procent van het land hier is ingericht als brede faunarand of als winterveldje voor vogels’, zegt Ben. We wandelen zo’n akkerrand af, stappend door het vergeelde grasmengsel. Om de haverklap schiet er een haas uit. Over de akker springen met een noodgang acht reeën.  Ze vluchten een tegenoverliggend perceel in, waar de boer tarwe liet staan als voedselvoorraad voor vogels. Reeën lusten ook tarwe en vinden dekking in het gewas. In dat winterveld zien we dat de klei doorzeefd is met muizenholen. Eerder een speldenkussen dan een gatenkaas. Niet voor niets hangt er een ruigpootbuizerd boven de ene, een torenvalk boven de andere kant van het veld te bidden. Een blauwe kiekendieven schommelt langs, laag en traag tegen de wind in vliegend. De roofvogel jaagt op muizen, maar trekt plotseling een sprintje achter een groep zangvogels aan. Geelgorzen, rietgorzen, groenlingen zien we met tientallen. ‘Het waren er duizenden’, grijnst Ben, ‘ze verspreiden zich nu over hun broedgebieden. Ook kneuen en leeuweriken gebruiken de wintervelden. En soms tref je een groepje sneeuwgorzen of fraters aan.’ En patrijzen. Maar vandaag niet. Vandaag zien we ze over het hoofd.

DELEN
Reacties zijn gesloten.