Kever in het zand
Voorbij paal 10 mag je in het broedseizoen niet over het strand, op de kwelder of in de duinen. Er staan bordjes op het strand, geen hekken. Je kunt er zo door, en ik voel heus wel eens de verleiding, maar doe het niet. Het is een rustgebied voor vogels en hoewel die vogels echt niet aan lanterfanten en uitrusten toekomen, kunnen ze beter zonder dan met verstoring door hoge tweebeners.
Langs de waterlijn mag je trouwens wel oostwaarts, een typisch Nederlandse polderoplossing die het idee geeft dat vogels langs de waterlijn naar hartelust opgejaagd mogen worden.
Enfin, wij gaan niet verder, we ploffen tegen een jong zandduintje aan. De zon is warm. Vanuit de blauwe verte klinkt het hooglied van een leeuwerik. Een zacht briesje streelt het duintopje.’s Nachts lig ik soms uren wakker maar nu is er niet wakker te blijven…
Over het mulle, witte zand kruipt een grijsgroen kevertje. Het lijkt een snuitkever, die sappen uit planten zuigt. Maar er zijn geen planten in deze zandgevulde leegte. Ja, een enkele pol helmgras, maar verder moet het een onafzienbare woestijn zijn voor dit kevertje. Dapper ploetert hij door het hete, blinkende zand. Daar waar onze voet een kuiltje heeft achtergelaten, wordt des kevers voettocht helemaal een kwelling. Met elk stapje schuift hij weer driekwart stapje terug. Maar hij heeft zes pootjes en bedwingt de voetafdruk. Hij vordert langzaam, tot je even niet oplet en hij ineens een meter verder is. Daar passeert hij de lijn waar wij niet achter mogen! Bevrijd van onze voetstappen.
Wat zoekt zo’n kevertje hier? Het is een grijze bolsnuitkever. Die zuigt sappen uit helmgras.