Jacobskruiskruid in januari

In het gras op de oever van een meertje staat een plant te bloeien alsof de dagen al maanden lengen. Het is een jacobskruiskruid, die plant die door paarden- en andere veehouders wordt verafschuwd, omdat ie giftig is. Dat is ie ook en daarom zal geen knol of koe een jacobskruiskruid grazen. Ze moeten bijna doodgaan van de honger, zoals in de Oostvaardersplassen,willen grazers aan jacobskruiskruid knabbelen. Maar niet van harte, zodat het zo overbegraasde gebied in de nazomer geel ziet van die planten.
Ja, jacobskruiskruid bloeit in de nazomer. Het is dan een bron van allerlei zoemend en fladderend leven; jacobskruiskruid is een geweldige plant voor insecten. Nu, in de winter, zijn die insecten er nauwelijks, en jacobskruiskruid hoort er ook niet te zijn. Bij mij in de tuin waren de jacobskruiskruiden in september uitgebloeid. Nu wachten ze als lage bladrozetten af tot het tijd is voor oprijzende stengels.
Of dit bloeiende exemplaar laat is of vroeg, weet ik niet zeker, maar ik zou denken laat. Als het nog gaat vriezen, zal ie wel alsnog het loodje leggen. Als de late of misschien vroege bloei het gevolg is van klimaatverandering, is dat dus een veeg teken. Toch vind ik het leuk om midden in de winter bloemen te vinden. Er zijn meer verrassende winterbloeiers. Ik kreeg diverse meldingen van fluitenkruid en duizendblad. Pauljohan van Andel zag al een dotterbloem bloeien.
Zachte winters en hete zomers zijn het gevolg van klimaatverandering. De winters worden geleidelijk aan minder streng. Toch zullen er op zijn tijd nog koude uitschieters zijn, terwijl er tussen de hittegolven ook heus nog wel eens een koele zomer zal komen. Het gaat nou eenmaal om gemiddelden. Een weekje strenge vorst of zelfs een koude winter wil dus niet zeggen dat het plotseling wel meevalt met die klimaatverandering.
We zullen er vast nog last van krijgen, maar daar tegenover staat de troost van een bloeiende jacobskruiskruid in januari.
(Natuurdagboek Trouw vrijdag 3 januari ’20)