Graafwesp, zeefwesp
Tussen de stenen van mijn terras verschijnen zandhoopjes. In sommige zit een gat. Er vliegt een graafwespje bij. In een natuurtuin, hoe klein ook, krijgt een mens ook nooit rust. Wil ik even in de zon zitten, vliegen er interessante holbewoners rond…
Het zijn kleine wespen, met geel-zwart streeplijf en een vervaarlijke puntbips. Ik zit klaar met camera. Het duurt minuten voordat er één een holletje inglipt. Ik kniel en zet de camera scherp op het holletje. Daar beweegt wat. Ja een wespensnuit. De wesp blijft een tijdje naar buiten gluren en smeert hem dan toch nog onverwachts. Te laat afgedrukt. Wespen fotograferen is een vak apart.
Als ik de truc herhaal en vlakbij een holletje post, waarin een wespje verdween, komt er een tweede wespje. Die deinst terug en vliegt besluiteloos rond. Ik denk dat ie mij als vreemd object niet zozeer wantrouwt, maar dat ie twijfelt of ie het juiste hol nadert. De omgeving ziet er ineens anders uit.
Ik wacht geduldig. Ja daar komt ie, verdorie, weer te laat. Wat zijn ze snel! Nu zitten er twee wespjes in dat hol. Na een tijdje verschijnt er één voor de ingang. Hij of zij aarzelt even, schiet dan met een nog duizelingwekkender vaart weg. Er zit er nog één in het hol. Er beweegt iets. Maar ze komt niet naar buiten. Ze duwt van onder zand naar boven, zodat de tunnel wordt afgesloten. Daar legt ze een paar eitjes. Haar larven zal ze vliegen voeren.
De graafwesp lijkt op de kleine zeefwesp, maar kenners op waarneming.nl suggereren bleke zeefwesp “als het derde en vierde antennelid even lang zijn”. Sterk vergroot lijken die piepkleine segmentjes inderdaad even lang.
(Natuurdagboek Trouw dinsdag 12 juli 20116)