(Geen) zuiger van bloed
Iemand wilde me een zeldzame zegge laten zien, die hij aan een sloot had gevonden. De zegge was onvindbaar. Ik werd afgeleid door beweging in de sloot. In het heldere maar golvende water zwommen zwarte visjes rond. Visjes? Nee, reuzenwormen waren het, die zich lang en dun of kort en dik maakten. Bloedzuigers! En veel ook, en groot! We visten zo’n monster op, dat zich heel gemakkelijk liet pakken. Bloedzuigers zien in uw hand eerder een kans dan een gevaar. Het opgeviste exemplaar knabbelde gretig aan een vinger, maar kwam er niet doorheen. De onechte paardenbloedzuiger is levensecht maar zuigt geen bloed van mensen of paarden, want zijn kaakjes zijn te stomp of te slap. Echte paardenbloedzuigers komen voor in Noord-Afrika, waar ze neuzen binnenkruipen van drinkend vee en de lichaamsopeningen van badende mensen penetreren. Zie ze er dan maar weer uit te krijgen. Voor zuigers van mensenbloed kunt u ook in tropische regenwouden terecht. Daar komen ze van alle kanten op u afgekronkeld. Ze kwamen er althans van alle kanten op mij afgekronkeld. Mijn reisgenote en ik liepen toen vijf dagen op een kompas door het regenwoud, over paadjes die een volk van jagers & verzamelaars gebruikte. De batterijen en ander afval wees ons de weg, want jagers & verzamelaars zijn even grote smeerpoetsen als de westerse wegwerpmens. Door de omgevallen woudreuzen en de klamme hitte vorderden we traag. De bloedzuigers waren sneller. Ze kropen naar de toppen van sprieten en twijgen, hielden zich met de zuignappen op hun achterste vast en tastten met de mond en hun tien ogen in het rond. Zodra het licht was, kwamen ze eraan. Wie dan nog onder het zeiltje lag te slapen, was de klos. Vroeg opstaan dus. We smeerden onze schoenen, sokken en broekspijpen in met een aftreksel van tabak. Tabak brengt anderen rondom u ernstige schade toe, maar het kon de bloedzuigers niets schelen. Zout erop was de enige manier om ze los te krijgen. Soms moet een mens zich gehurkt terugtrekken. Daarmee moesten we wachten tot na zonsondergang. In de gitzwarte duisternis waren er geen bloedzuigers, maar wel andere griezels.
De bloedzuigers die aderlatingen uitvoerden, zijn zeldzaam geworden. Ik zag ze vier jaar geleden voor het laatst: een pot vol op de markt van Istanboel.
De onechte paardenbloedzuiger is een hongerige liefhebber van slakken en andere ongewervelde beestjes. Een drupje bloed erbij zal best smaken, maar is geen hoofdgerecht. Bloedzuigers zijn net als wormen hermafrodiet, man en vrouw in één. Ze bevruchten elkaar wederzijds, tegelijkertijd zelfs.
In de sloot naast ons huis viste ik rode bloedzuigers op. Dat waren visbloedzuigers, die groen zijn maar door het vissenbloed rood kleuren. Zo’n bloedzuiger is een ballon die zich vult met de rode lekkernij en daar jaren op kan teren.