Dezelfde kuifeenden of andere
De kuifeenden zijn weer terug in de vijver achter mijn huis. Ze bereiden hun nieuwe gezinsleven voor. Ze broeden hier ergens, ze verstoppen hun nest goed in ruige oevervegetatie. Wilde eenden verstoppen hun nest al aardig, maar kuifeenden…
In de herfst trekken kuifeenden naar Frankrijk of Engeland, terwijl Scandinavische, Finse en Russische kuifeenden bij ons overwinteren. Dat is althans de lezing die de boeken geven. Van ‘mijn’ kuifeenden geloof ik dat niet. Ze waren een tijdje weg en waarom zouden ze in december al terug zijn uit Frankrijk? Misschien hingen ze een tijdje rond op het Paterswoldse Meer, of misschien op het IJsselmeer, bij hun duizenden soortgenoten uit noord en oost.
Ik ga er zomaar vanuit dat het dezelfde kuifeenden zijn als vorig jaar. Maar misschien zijn het andere, of is één van hen een ander. Misschien ook zijn het Russische kuifeenden die straks afgelost worden door ‘mijn’ kuifeenden van vorig jaar. Als ik zulke dingen wil weten, moet ik ze vangen en markeren, met halsbanden ofzo. Kleurringen om de poten kan ook, maar ik zie kuifeenden nooit op het land waggelen. Hun poten staan ook meer naar achteren dan bij wilde eenden. Ze waggelen daardoor rechterop.
Hun poten met eventuele kleurringen zouden vaker te zien zijn als ze op hun rug dobberen, tijdens het poetsen van hun buik. De ene kuifeend op de foto doet dat. Dat is het vrouwtje. Als ze rechtop zwemt, is haar witte buik onder water en blijkt ze bruin te zijn met een geel oog. Haar woerd heeft ook een geel oog, maar bovendien een lichtblauwe snavel en sneeuwwitte flanken in een gitzwart verenpak. Zijn kuif zit tegen zijn achterhoofd geplakt. Vetkuifeend.
(Natuurdagboek Trouw 30 dec. 2013)