De wonderlijke kaalheid van bomen
Loofbomen laten hun blad vallen om niet uit te drogen. Dat is de meest gebruikelijke verklaring. De zuigkracht van de wortels vermindert als het koud wordt, de bladeren blijven onbekommerd zweten – tientallen liters per dag. Bladeren zijn er om zonlicht te vangen en zonlicht is er ’s winters weinig. Dus kunnen bomen beter hun blad laten vallen, nadat ze het bladgroen eruit hebben gehaald.
Onzin, zegt ene Brian Ford in een artikel op een website die scientias heet en over populaire wetenschap gaat. Wetenschap? Waarom juist Ford geraadpleegd wordt over bomen, staat er niet bij. Is hij bioloog? De Engelsman blijkt zich op internet te profileren als wetenschapper. Toch blijkt hij een gesjeesde biologiestudent te zijn, die de wetenschap de rug toekeerde, omdat de wetenschap hem te weinig ruimte gaf voor zijn fantasieën. Dat mag, er zijn zoveel mensen die liever iets geloven wat hen uitkomt, dan dat ze de werkelijkheid onderzoeken. Maar wat ik niet snap is dat mensen die de wetenschap verfoeien, zich juist als wetenschappelijk profileren. Zoals astrologen en wichelroedewichelaars afgeven op alle onderzoeken die hun hobby’s onderuithalen, maar dat ene positieve onderzoeksberichtje omarmen. Dan is het ineens ‘wetenschappelijk bewezen dat…’ In het artikel over herfstblad wordt Ford zelfs professor genoemd, al staat zijn vak er niet bij.
Uitdroging is geen reden voor bladverlies, weet de professor, want ook bomen aan de waterkant verliezen hun blad. Volgens Ford verliezen bomen hun blad om afvalstoffen kwijt te raken. Vallende bladeren bevatten immers iets meer gifstoffen? Nogal wiedes, als de boom het bladgroen er eerst uithaalt. Maar waarom laten alle bomen in de herfst tegelijkertijd hun afvalstoffen vallen? En waarom hoeven tropische loofbomen dat niet? Wat een kolder.
Bomen die in de herfst kaal worden, worden bladverliezende bomen genoemd. Tropische loofbomen blijven het hele jaar groen, tropisch woud wordt in het Engels evergreen forest genoemd. De meeste naaldbomen houden ook in koude streken ’s winters een groene kruin. Naalden zweten minder dan bladeren. Toch liggen altijd-groene-bosbodems en naaldbosbodems bedekt onder de afgevallen bladeren en naalden. Bladhoudende bomen verliezen hun blad wel degelijk, maar niet allemaal tegelijk, zoals bladverliezende. Die doen dat onder invloed van de dalende temperatuur en vooral van de slinkende daglengte. Onze loofbomen maken in de herfst steeds minder auxine, een soort hormoon dat een ander hormoon afremt. Dat andere hormoon, abscisinezuur, zorgt voor verkurking van het aanhechtingspunt van de bladsteel. Abscisinezuur is er in de herfst juist meer, omdat het vrijkomt als de gele en oranje kleurstoffen in het blad afgebroken worden en het blad bruin kleurt. Het kurklaagje tussen blad en boom bestaat uit scheidingsweefsel. Daar breken de blaadjes af.
Sommige boomsoorten kalen van boven naar beneden. De toppen van de kruinen en de punten van de takken verliezen hun blad het eerst. Logisch, want ze vangen de meeste wind en ze zijn het verst verwijderd van de wortels waaruit ze hun water en voeding halen. Maar waarom doen populieren het dan andersom? Geen boom vangt zoveel wind als populieren in het oneindig laagland. Populieren worden onderaan het eerst kaal, aan de uiteinden van de takken blijft het blad het langst zitten. Misschien omdat daar de groeipunten zitten waar de sapstroom uit de wortels uitkomt?
Waarom de ene boom al kaal is, de andere geel en de derde nog groen, zie foto, is me ook een raadsel. Ik houd het op kleine verschillen in hormoonhuishouding. Zoals de ene mens met vijftig jaar nog zwart haar heeft of rood of blond, de ander grijs is en de derde kaal.