’s Lands lijden
Balkonscène
Te wapen
Alweer heeft iemand in het rond geschoten
Geen kleuters, homo’s, zwarten zijn de klos
De schutter ging dit keer op zieken los
Amerika bewapent zijn psychoten
De NRA, de club van laadmalloten
Ziet wapens allerminst als slechte zaak
Maar als een mensenrecht en volksvermaak
En uit zich zoals altijd vastbesloten:
Geef kinderen en zieken een geweer
Dan schieten ze de vijand zelf wel neer
Bloedbad
De wapendragers komen in ’t geweer
Ze vinden wie geen wapens wil een zeurpiet
Want wil je pubers met een mitrailleur niet
Dan vraagt dat niet om minder maar om meer
Zij speelden oorlogje als kind op school
Onschuldig spel was ook het proppen schieten
En pijltjes van karton doorspekt met nieten
En cowboytje met klappertjespistool
Zij willen na zo’n bloedbad dus te wapen
Een mitrailleur is toch een mensenrecht?
Zo’n bloedbad heeft voor hen het pleit beslecht
Een wondermiddel voor brutale apen
Voor zorgeloos gespeel en geravot gun
Je ieder kind wat hen betreft een shotgun
Sonnet voor Johan Derksen
U vindt uw grofheid mogelijk iets stoers
Er zijn vast lieden die u grappig vinden
Toch zit u na een dag al in te binden
Uw grappen zijn niet grappig maar platvloers
U leutert maar en mag ze nochtans maken
Maar als u louter met uw lompheid stunt
En dat als stoere man niet inzien kunt
Voel dan gerust het schaamrood om uw kaken
Vanuit de hoeken waar uw grappen vallen
Staan oude vrienden altijd klaar elkaars
Faux pas te zien als kans om zelf te knallen
Probeer eens voor de grap een dompelkaars
Ter compensatie van gebrek aan ballen
En steek die in uw eigen leuteraars
Strijdlied
Zo’n aanvalsoorlog wekt de weerzin wel
Maar zorgt gelijk voor opgewonden geestdrift
Waarop een zwart-wit vijandsdenken meelift
En dat is doorgaans een gevaarlijk stel
Maar wat wij ook aan oorlogstaal verzinnen
Het gaat niet om een ouderwets duel
Van partizaan tot legerkolonel
Er valt niet meer te schikken in der minne
Een kernmacht trekt een kleiner buurland binnen
De grote leider dreigt met becquerel
Daar is door niemand garen bij te spinnen
Een oorlog is geen avonturenspel
Een oorlog valt door geen partij te winnen
Een oorlog is een regelrechte hel
Afghanistan
Waar ligt de weg naar liefde en naar vrede?
Dat hobbelpaadje zonder snelverkeer?
Hoe treed je tegen oorlog in ’t geweer?
Hoe valt zo’n vat vol haat te overreden?
Brengt Rusland zelf de tirannie tot rede?
Verjaagt het volk de ongelikte beer?
En legt de legermacht de wapens neer?
Wanneer zal harmonie er herintreden?
De weg is lang en kronkelt via-via
Wellicht hakt een spion hem in de pan
En anders krijgt hij hopelijk een tia
Waarna hij niet meer oorlog voeren kan
Zo niet dan volgt een grondige guerilla
En vindt hij weldra zijn Afghanistan
Wapens en trompetten
In Rusland ziet de sterke man er bloed in
Een goede buur is beter dan een vriend
De noordenwind waait guur en nietsontziend
In Oekraïne drinken ze zich moed in
Waar heeft het broedervolk het aan verdiend
Bedreigingen, daar is de leider goed in
En als het hem behaagt, zet hij sans doute in
Wat hij aan nucleairs heeft uitgekiend
De koude oorlog wordt hervat met vuur
Wie zou het Rode Leger dat beletten
Een oorlog is geen spannend avontuur
Beloften, overeenkomsten en wetten
Want oorlog: winterslaap voor de cultuur
Ze zwijgen stil voor wapens en trompetten
Leiding
Na 9 maanden ienemienemutten
heeft Nederland zijn eigen gang of four.
Het vierpartijenstelsel gaat weer door
met aan het roer de eerste stuurman Rutte.
De achterbannen gaan zowaar akkoord.
De leiders kruipen uit hun schuttersputten.
Ze lijmden, repareerden, onderstutten,
al was het bij herhaling kantje boord.
Een kabinet gaat ons weer leiding geven.
Al werd er wel bedisseld en beslist,
de overheid was van die taak ontheven.
Ik denk dat ik het altijd al wel wist:
Ik zou zonder regeerders kunnen leven;
ik heb ze al die maanden niet gemist.