Broodje aap voor de vogels
Het bijvoederen van tuinvogels is geen oplossing voor problemen waarmee de vogels kampen. Een vorstig weekje schaar ik niet eens onder die problemen. Toen we onze atmosfeer nog niet verwarmden, keek geen mens of vogel van zo’n weekje op. Maar het is gewoon prettig om hongerige en dorstige vogels te helpen. En in ruil daarvoor laten ze zich in de tuin zien. Sinds de dooi is in mijn tuin de animo voor voer trouwens weer nihil.
Als ik in het Natuurdagboek meld dat ik vogels voer of water geef, stromen de adviezen binnen, waarvoor mijn hartelijke dank. Of ik wel weet dat ik nooit water mag geven als het vriest? Dat zulks ook niet nodig is als er sneeuw ligt? Dat ik geen brood mag voeren, want daardoor kleven snavels dicht? Dat ik geen graankorrels of erwten mag geven, want die zwellen in de vogelmaag op? Dat ik geen rozijnen mag geven, want die zwellen in de vogelkrop op, en dan stikken ze?
In de zomer mag ik helemaal niet voeren, kliekjes op het gras zijn te zout en te vet (men heeft geen hoge dunk van mijn culinaire leven), pinda’s zijn dodelijk voor de jongen en brood aan de eenden leidt tot verveling met de meest verschrikkelijke uitspattingen tot gevolg. Bovendien lokt het ratten, die kennelijk niet gevoerd mogen worden.
Het kan best waar zijn, maar hoe weten die mensen dat allemaal? Ik kan geen foto’s, filmpjes of onderzoek vinden, waaruit blijkt dat vogels er last van krijgen als ze brood, graan of rozijnen eten, laat staan dat ze na een winters bad doodvriezen. En geldt het bad-advies ook voor eenden en meeuwen? Of zijn al die weetjes broodjes aap?
Nee? Maar hoe lukt het vogels dan in de natuur te overleven, waar niemand ze beschermt tegen badwater, waar niemand rozijnen, erwten, graankorrels welt, waar vogels onbekommerd water drinken terwijl er ook sneeuw ligt.
Of moeten we die domme tuinvogels niet tegen honger en kou, maar vooral tegen zichzelf beschermen?
(Natuurdagboek Trouw donderdag 25 februari ’21)