Garnalen, botjes en schollen schieten weg tussen de restanten van een weggevaagde mosselbank. De zeebodem in de Eems is omgeploegd. Een ramp voor zeegras, schelpen, vissen en vogels.
‘Hier zag het eergisteren zwart van de mossels’, zegt Klaas Kreuijer achter het roer van de Harder, waarmee hij voor LNV de Oostelijke Waddenzee bevaart. Voor ons strekt de drooggevallen zandplaat de Hond-Paap zich uit, in de Eems. De enorme plaat strekt zich uit voor de Groninger kust tussen Delfzijl in het zuiden en de Eemshaven in het noorden. Aan de oostelijke horizon schuiven joekels van schepen door de Eems, onderweg van Emden naar de Noordzee. Nog verder weg klapwieken windmolens op de Duitse kust. De zandplaat is plat en weids. Op een puist na die midden op de Hond acht meter uit het wad oprijst. Die bult is door de Nederlandse Aardoliemaatschappij (NAM) aangelegd als meetstation van de druk in de Groninger aardgasvelden. Daarmee kunnen ze bijhouden hoeveel van het Slochterens gas de Duitsers oppompen. Dat doen ze met een kanariegele installatie, die verderop uit de Eems torent. Gaswinning in het grensgebied is niet de enige bron van onenigheid tussen Nederland en Duitsland. De hele Eems is betwist. Duitsland vindt dat het een Duits water is, tot de eblijn vlak onder de Groninger zeedijk. Nederland is het daar niet mee eens. Dat had in 1945 natuurlijk geregeld moeten worden, maar nu wordt er gehannest met vage afspraken. Zo zouden beide landen moeten overleggen alvorens mensen in de Eems mogen rommelen. Niettemin gaf de deelstaat Nieder Sachsen drie mosselvissers een vergunning de mossels van de Hond te schrapen. Klaas Kreuijer keek tandenknarsend toe hoe de mossels verdwenen. Lees verder “Kaalslag op de Wadden”