Zwarte boktor met gele strepen
Afgelopen zaterdag dronk ik koffie aan een picknicktafel in een bos. Er was een zeil boven de tafel gespannen, met vuistdikke tentstokken van hout. Op de dichtstbij staande tentstok streek een boktor neer. Een kleine wespenboktor: zwart met gele strepen. Er zat een nog kleinere boktor op het hout, maar die vloog weg. Die was vast van een andere soort. Of was de kleinste een mannetje en de kleine een vrouwtje wespenbok? Mannetjeskevers zijn soms kleiner dan vrouwtjes, maar ik weet niet of dat voor de wespenboktor ook geldt.
De gewone wespenboktor is geel met zwarte strepen, en de kleine keert die kleurzaken om. Hij lijkt een beetje op een wesp, en dat schrikt mogelijke insecteneters af. Wespenboktorren steken echter niet en bijten evenmin. Het schijnt dat een vrouwtje heel soms een insect eet, maar eten doen die kevers niet veel, en dan beperken ze zich vrijwel geheel tot een vegetarisch dieet van stuifmeel.
Toen ze nog boktorlarven waren, aten ze meer. Boktorlarven eten dood hout en wespenboktorlarven eten dood beukenhout. Van de tientallen soorten boktorren is er naar één die het dode hout van ongeverfde zolderbalken opeet: de huisboktor. De rest leeft buiten. Met haardhout liften er weleens boktorlarven mee naar binnen, die dan in het vuur sterven, tenzij ze zich tijdig verpoppen tot kever. Dan knagen ze zich door een meestal ovaal gaatje naar buiten. Dood hout vol ovale gaatjes heeft boktorren gevoed, die inmiddels uitgevlogen zijn.
Met hun slanke, lange lijf, hun lange sprieten en hun soms felle kleuren zijn boktorren mijn favoriete keverfamilie. Ik veerde op toen ik de wespenboktor zag, wat een mooi beestje. De dikke tentstok is van dood hout. Als die tentstok van beukenhout is, en er eitjes gelegd zijn waar larven uitkruipen, zouden die anderhalf jaar lang gangen kunnen knagen door het hout.
Ik dronk mijn koffie op, verliet de picknicktafel en liep het bos in.
(Natuurdagboek Trouw woensdag 8 juni ’22)