Zwart-witte wants lift mee
In de natuur wordt veel gelift. We wandelden net een eindje langs wat huizen, toen een klein, glanzend, opvallend zwart-wit insect tegen een broekspijp opklom. Meeliftende insecten streven vaak naar hogere regionen. Het beestje was tamelijk rond, maar met vijf millimeter breedte en zeven millimeter lengte toch ovaal. Was het een kevertje? Nee, het was een wants. Hij of zij bleek zo tam, dat ik ‘m wel uit de hand had willen voeren, maar wat eet zo’n dier?
Een wants kan bladeren openbijten of -prikken en er sapjes uit slurpen. Een wants kan andere kleine dieren opeten, en anders wel hun larven of eitjes. De ene soort wants is vegetarisch, de andere carnivoor. Sommige soorten eten van beide walletjes mee. Die zou je biculinair kunnen noemen. Soms jagen alleen de wantsenvrouwtjes op insecten, omdat ze eiwitten nodig hebben om eitjes te maken. Mannetjes kunnen volstaan met groenvoer.
Ik had een sterk vermoeden welke wants meeliftte, maar zocht zekerheid op internet. De koolwants lijkt op een dovenetelwants maar heeft een rijtje van drie witte stippen dwars op zijn rug. De ballotewants lijkt nog veel sterker op de dovenetelwants. Maar de voedselrijke bermen van het polderweggetje waar onze lifter zich aandiende stonden vol dovenetels: paarse en witte, in volle bloei. Het was dus vast een dovenetelwants. Die smullen van dovenetels en verwante planten, die geen commercieel belang dienen, of het zou brandnetelthee moeten zijn. Koolwantsen boren behalve wilde kruisbloemigen ook met winstoogmerk geteelde koolsoorten aan. Daarom worden ze in de landbouw met vergif bestreden.
De drie genoemde soorten horen bij de graafwantsen, die eitjes leggen in een kuiltje in de grond. De dovenetelwants wordt daarom ook dovenetelgraafwants genoemd. De wants op onze hand kon ons niet duidelijk maken wat zijn bestemming was. We hebben de lifter daarom maar bij de dovenetels achtergelaten.
(Natuurdagboek Trouw maandag 20 april ’20)