Zusterlijke bijen en wespen
Bij het bijenhotel is het een komen en gaan. Enkele rietstengels zijn al een tijd dicht geplamuurd – daar is de volgende generatie rosse metselbijen in wording. Er sluipen verdachte wespjes langs en soms een springspin.
Maar nu hebben slanke, zwarte wespen de holletjes ontdekt. Zijn het sluipwespen die op bijeneieren parasiteren en er hun eigen ei kwijt willen? Nee ze kruipen in lege holen. Alle holletjes worden verkend. Er zijn soms wel vier wespen tegelijk bezig. Komen twee elkaar tegen, dan vliegt er een geschrokken weg.
Het zijn pottenbakkerswespen, vrouwtjes, die er broedkamers inrichten. Ze leggen voedselvoorraden aan voor hun toekomstige larven. Daarin lijken ze op metselbijen, maar waar de vegetarische metselbijen hun foeragekast vullen met stuifmeel, slepen pottenbakkerswespen spinnetjes aan. Het blijven tenslotte wespen, en wespen zijn vleeseters. Pottenbakkerswespen zijn graafwespen en die specialiseren zich vaak in hun voedselkeus. Er zijn er die alleen rupsen vangen, of kevers, en pottenbakkerswespen vangen spinnen.
Die metselbijen hebben geen volk zoals honingbijen, en pottenbakkerswespen leven niet in een volk zoals de wespen die ’s zomers een terrasverblijf ontregelen. Geinig dat solitaire wespen en solitaire bijen broederlijk bij elkaar in hetzelfde hotel verblijven. Pardon: zusterlijk.
Als de larven uitkomen kunnen ze meteen aan de maaltijd beginnen. Een pottenbakkerslarve heeft meerdere dode spinnen ter beschikking en eet ze op, te beginnen bij de dikke, zachte achterlijven. Pas als die allemaal op zijn, kluift ze de hardere spinnendelen af.
Nu maar hopen dat er volgende lente nieuwe metselbijen en pottenbakkerswespen uitvliegen. Afgelopen voorjaar ging dat anders dan gepland. ‘Tok tok tok’- het ging maar door. Hoelang bleven de buren een schilderijtje ophangen? Een blik naar buiten verried de toedracht: een specht viste alle broedcellen leeg.
(Natuurdagboek Trouw maandag 27 juni ‘22)