Zeearend tegen de vlakte
Maandag 31 januari verliet een zeearend ’s morgens vroeg zijn slaapboom bij Almere, en vloog de Oostvaardersplassen in, waarschijnlijk voor een ontbijt van meerkoet of karper. Na een rustpauze vertrok de vogel om tien voor elf naar het zuidoosten. Hij verliet het natuurgebied, stak de A6 over en waagde zich boven de onafzienbare akkers van Zuid-Flevoland.
Wellicht wilde hij naar het Veluwemeer, misschien nog veel verder – zeearenden kunnen eindeloos lanterfanten, maar draaien ook hun vleugel niet om voor een vliegtocht naar een moeras of zompig heideveld op fikse afstand.
Maar hoewel de vogel via een GPS-zender op de veer gevolgd werd door onderzoekers van de Werkgroep Zeearend en de Wageningen Universiteit, zullen we nooit weten wat zijn bestemming was. Want uit de Flevolandse vlakte verrijst een woud aan gigantische windturbines. Kort na het oversteken van de A6, het was nog geen elf uur, werd de tweeënhalf meter strekkende vogel door een enorme wiek uit de lucht en tegen de grond geslagen.
Daar heeft hij een uur gelegen alvorens zijn laatste adem uit te blazen. De zender detecteerde tot twaalf uur bewegingen, waarna de arend stil bleef liggen en in lichaamstemperatuur daalde. De vogel werd een dag later gevonden op een akker in de buurt van de Vogelweg. Toepasselijke naam.
‘Beide klauwen waren gevuld met zware klei, waaruit is op te maken dat het dier zich nog een uur lang krampachtig probeerde overeind te houden’, schreven onderzoekers Stef van Rijn, Dirk van Straalen en Ralph Buij 3 februari in een bericht op Nature Today.
Van 2019 tot 2021 zijn in Nederland vijftien jonge Zeearenden gezenderd. Er zijn er al drie dood: een botste tegen een trein, twee tegen een windturbine. Dat lot trof afgelopen mei ook een lammergier al.
In het buitenland leidde het zwart verven van één van de wieken tot zeventig procent minder doodgeslagen vogels. Ik zou zeggen: wat let ons?
(Natuurdagboek Trouw donderdag 10 februari ’22)