Zaadbank in de sneeuw

Zaadbank in de sneeuw

Kauwtjes. Foto Koos Dijksterhuis
Kauwtjes. Foto Koos Dijksterhuis

Er viel sneeuw in Groningen. De zaadbank in mijn tuintje trok nog meer vogels aan dan anders. Er hangt een vogelhuisje met zaad in de appelboom en er hangt een vetbol. Een bakje korrels kleeft met een zuignap tegen het raam. Alleen mezen wagen zich daarin. De graankorrels zijn ontkiemd, er groeit een bosje tarwe. Ook onder het vogelhuisje komen wintergranen op, een fris groen tapijtje, verstopt onder tien centimeter wit.

Als een vogel in de korrels pikt, vallen er altijd wat over de rand. Vooral de kauwtjes zijn knoeipotten. Ze strooien meer rond dan ze opeten. En ik maar zaden aanslepen. Zaaddonor. Er kwam weer een lezersvraag over hoe we die lummels van het voer weren. We vinden de kleintjes nou eenmaal liever. Je zou een kooi om de voerplek moeten fabrieken, met mazen wijd genoeg voor mussen maar te nauw voor kauwtjes. Die moeten dan maar gemorste zaden van de grond pikken. Hier doen eksters, gaaien, houtduiven en Turkse tortels dat. En merels natuurlijk, man en vrouw. Ik gooi er ook klokhuizen neer, maar kramsvogels en koperwieken heb ik nog niet gezien, evenmin als zanglijsters. Zelfs spreeuwen zijn hier schaars, jammer is dat, spreeuwen staan in de top-10 van leukste vogels. Bijna elke vogelsoort staat in die top-10, trouwens. De huismus zeker. Ik heb een familie huismussen in de tuin, het zijn er acht: vader, moeder en zes kinderen. Vinken, groenlingen, pimpel- en koolmezen frutselen door de apelboom. Ik typ met uitzicht op het gescharrel. De zon schijnt op de sneeuw, en zie: een grote bonte specht begeeft zich in het gewoel. Het roodborstje inspecteert het caviahok en op de korrels landt een klein, slank, grijs-bruin vogeltje: heggemus.

(Natuurdagboek Trouw 29 jan. 2014)

DELEN
Reacties zijn gesloten.